voordeelig, zoo wel wat den inhoud als den vorm betreft, van den grooten hoop der akademische proefstukken. - Het onderwerp betreft een der gewigtigste leerstukken der geneeskunde; een leerstuk, hetwelk door vele, anders verdienstelijke, geneeskundigen, tegenwoordig, bijna geheel vergeten wordt, - het leerstuk, namelijk, van een heerschend karakter der ziekten, zoo als hetzelve voornamelijk door hippocrates, sydenham, huxham en stoll is voorgedragen, wier onderscheidene waarnemingen en gedachten daaromtrent het eerste hoofdstuk, met de eigene woorden der schrijveren, leert kennen. Daardoor is hetzelve wat breed uitgevallen, en heeft het den schrijver aan plaats ontbroken, om ook, hetgene anderen omtrent dit onderwerp wetenswaardigs hebben nagelaten, wat ruimer mede te deelen, dan hij nu gedaan heeft. In het tweede hoofddeel betoogt de schrijver de waarheid van dit leerstuk, vooreerst, uit de geloofwaardigheid der geneeskundigen, welke het heerschend karakter der ziekten hebben nagegaan; bij welke gelegenheid hij vooral sydenham tegen de aantijgingen van den beroemden sprengel, welke dien grooten man wat eenzijdig beoordeelt, op zeer goede gronden verdedigt; vervolgens bewijst hij de waarheid zijner stelling uit de overeenstemming van het getuigenis der waarnemeren, en daarna uit de analogie, welke er is, tusschen den geregelden loop eener heerschende ziekte, en zoo vele andere, aan zekere bepaalde wetten onderworpene, natuurverschijnsels, alsmede uit den grooten invloed, welken de gesteldheid van den dampkring, in allerlei opzigten, op het menschelijk ligchaam heeft. Hier tracht hij eene tegenwerping, welke dikwijls gemaakt wordt, dat, namelijk, de waarnemingen van hippocrates, in het klimaat van Griekenland gedaan, voor onze luchtstreek niet gelden, te ontzenuwen, door aan te merken, dat, daar de natuur des menschen overal gelijk is, de
ziekten het ook moeten wezen, en dat het geen verschil in den aard en het beloop eener ziekte kan te