wordt gewaakt; en zij zijn uit dien hoofde zeer belangrijk, zoo wel als onderhoudend om te lezen.
Aanstonds in den eersten brief geeft Mevr. bertrand de gronden op, waarop zij en buonaparte de vaste hoop der terugkeering bouwen. ‘Europa,’ zegt zij vooreerst, ‘is sedert de laatste 25 jaren zoo dikwijls van voornemens veranderd, en zal ook nu wel wederom schielijk anders denken; terwijl de Franschen, zoo lang zij weten dat hij in de wereld is, hunne blikken naar hem rigten zullen, al ware hij ook, gelijk prometheus, aan de verst afgelegene rotsen vastgeketend.’ En nu wordt de staatkundige toestand van dit werelddeel nagegaan, en als zeer gunstig voor napoleon's terugkeering beschouwd. - Ten uiterste belangrijk zijn de onderscheidene gesprekken, die napoleon, op de reis en op St. Helena, door Mevr. bertrand gemeld wordt gevoerd te hebben. Zij ontvouwen volkomen zijne denkwijze, voor zoo ver die zich ontvouwen laat, en gunnen eenen blik in zijn karakter. - Vervolgens wordt met de vriendin in Frankrijk alles afgesproken, wat er ter bevordering der ontkoming van buonaparte gedaan moet worden, en gemeld, wat er dagelijks gedaan wordt; en dat zijn altemaal plannen, eenen napoleon waardig. - Eindelijk krijgen wij brieven, op het jaar 1818 vooruit gedateerd. In de eersten wordt de gelukkige voortgang der zaken, en in den laatsten de gewenschte afloop vermeld. Men heeft, namelijk, met veel geduld, alles zoo weten in te rigten, dat het heet: napoleon heeft zich verdronken. Ondertusschen is hij op een' Amerikaan ontsnapt. Dat berigt wordt ook in een uittreksel uit een Engelsch ministerieel dagblad van het jaar 1818 medegedeeld. De Engelschen komen daarin zeer geloovig voor, vertellen zeer trouwhartig alle omstandigheden, waarmede men hun een rad heeft voor de oogen
gedraaid, als evangelische waarheid, en verklaren het gerucht, dat napoleon op een Amerikaansch schip in eene Fransche haven zou geland, met gejuich ontvangen zijn, en zich reeds aan de spits van eene aanzienlijke magt bevinden, volstrekt voor een sprookje, of bedrog eens fortuinzoekers.
Volgens de nieuwstijdingen, heeft napoleon onlangs het borstbeeld van zijnen Zoon ontvangen. Deze Brieven lezende, zouden wij zeggen: hij moest het niet gehad hebben; want wie weet, wat daarin heeft gezeten!