baar is. Wij zullen dus kunnen volstaan met te zeggen, dat men daarin, onder andere, zijne weetgierigheid kan voldoen ten aanzien van h. de keyser, (vervaardiger der Graftombe van willem den I.) den stommen van campen, cornelis visscher, jan le ducq, aart van der neer, egbert van der poel, lieve verschuur, jan baptist wellekens, jan wijnands, meindert hobbema, herman zwaneveld, quiryn van brekelenkamp, den Beeldhouwer francis van bossuit, den ouden honthorst en zijn' Zoon willem, den Deiftschen van der meer (vermeer); de Schilders uit de Nijmeegsche School, rutger van langevelt, johannes teyler, en meer anderen; den Werktuigkundigen cornelis drebbel, jan goeree, nicolaas six, albertus van der burch, bernard picart, hendrik soukens, frans van eynden, jan baptist xavery, allen door vroegere Geschiedschrijvers naauwelijks
vermelde, en toch zeer verdienstelijke Kunstenaars. Wij zien met geoorloofde fierheid in onze Landgenooten janus secundus, de edele Dochters van visscher, en den voortreffelijken lambert ten kate, 't geen weinigen te beurt valt, poëzij, of gestrenge wetenschap in een' zeer hoogen trap, met meer dan gewone kennis en beoefening der beeldende kunsten vereenigd. Onder de Schilders, van welken de vroegere berigten aan onze Schrijvers slechts eene nalezing overlieten, komen in de eerste plaats de beroemde Gebroeders hubert en jan van eyck, omtrent wier betwiste uitvinding, de schilderkunst in olieverf, hier het vóór en tegen onzijdiglijk wordt te boek gesteld. Voorts vinden wij nog eenige berigten, onder andere van frans hals, jacob jordaans, aelbert cuyp, rembrandt van rhyn, bartholomeus van der helst, (omtrent wien het bij uitstek vereerende getuigenis van falconet wordt bijgebragt) dirk de bray, philip wouwerman, nicolaas berchem, paulus potter, frans van mieris den Ouden, jan steen, (de vraag, of er één dan meer groote Schilders van dien naam geweest zijn, wordt bij deze gelegenheid dus beantwoord, dat de Alkmaarsche later en minder was) adriaan van de velde, de Plaatëtser romein de hooge, en johan weeninx. Met verlangen