zen der juiste grenzen in de oude Geographie verbonden is, onvermijdelijk - wie zal het gelijk of ongelijk beslissen? Hadden wij daarentegen ook kaarten van den heer dorn seiffen, wij twijfelen niet, of wij zouden meer overeenstemming vinden, dan wij nu kunnen. Aan den anderen kant is, hetgeen de schrijver zegt, aangaande de meerdere kostbaarheid, waarmede het werk, indien er kaarten bij waren, zoude zijn bezwaard geworden, ook waar. Wij zijn benieuwd, op welke andere wijze hij, gelijk hij belooft, deze behoefte zal te gemoet komen.
Om nu voorts het werk zelf te doen kennen, melden wij, dat het een werk is, juist geschikt om de oude met de nieuwe aardrijkskunde in verband te stellen, en dus onmisbaar ook voor de beoefening der oude geschiedenis in verband met de nieuwere. Het is naderhand meer geworden, dan de schrijver aanvankelijk bedoelde. Vóór meer dan vijf jaren vóór het verschijnen dezes werks, wilde hij slechts, in eene Aardbeschrijving der oude Volken, den lezer der oude schrijvers een handboek der aardrijkskunde bezorgen, geëvenredigd naar de behoeften, uit meerdere vordering in kennis der vergelijkende aardrijksbeschrijving, namelijk der oude met de nieuwe volken, geboren. Na reeds ver hierin gevorderd te zijn, vertaalde hij zijn eigen werk, om het in 't Nederduitsch uit te geven, gelijk thans geschiedt, dewijl de verbeterde inrigting der Latijnsche scholen in ons vaderland nu eene behoefte deed ontstaan, welke de schrijver geloofde hierdoor eenigzins te kunnen vervullen, zonder de bereiking zijner eerste bedoeling te doen verloren gaan.
Het werk zal vier deelen bevatten; twee zullen over Europa handelen, het derde over Azië, en het vierde over Afrika. Achter elke twee deelen zullen naauwkeurige bladwijzers gevoegd worden, alzoo dat men dezelve als een klein Woordenboek der oude Aardbeschrijving zal kunnen gebruiken.
De waarde van dezen arbeid wordt daardoor volkomen, dat de schrijver oude geschiedenis met oude aardrijksbeschrijving vereenigt, en achter ieder land een kort overzigt voegt van de lotgevallen van het volk en land, van de vroegste tijden, dat dezen bij de Grieken en Romeinen bekend waren, tot aan den ondergang van het Romeinsche rijk in het westen van Europa, en tevens, zoo veel de ouden hiervan melding maakten, de gesteldheid van den grond en de zeden en