van het hare. Dit geheele stuk is naar het leven der Spanjaarden fiksch geteekend, en, zoo het eene verdichting des Schrijvers mogt zijn, (er is anders niets onwaarschijnlijks in) meissner's penne waardig. Minder in alle opzigten is het geval van dorus en dora (twee geheel niet Spaansche namen.) Deze Heer dorus, die op een naburig riddergoed zijne minnaresse heeft, (die ook eene rijke erfdochter moet zijn, want men hoort niet van hare ouders) staat door de Fransche voorposten opgeligt te worden; zijne dora sluipt des nachts bij hem, doet hem vlugten, en blijft in zijne plaats. Tot hiertoe is alles mogelijk, en zelfs waarschijnlijk; doch wordt het minder, wanneer nu deze dora den Franschen allerlei seesten geeft, dorus komt, om haar te ontzetten, en daarvan verwittigt, de uitslag ontwijfelbaar is, en nogtans de Spaansche heldin haren wrekenden engel weêrhoudt, om zelv' op de kinderachtigste wijze te ontvlugten, door met den lijfhuzaar des Generaals overvalletje te spelen. Hoe de zaak na hare vlugt afloopt, vernemen wij niet. Eindelijk volgt de zonderlinge ontknooping van den Roman; de aanleiding daartoe is vrij wel gevonden, maar de ontknooping zelve is bij uitstek romanesk. Op een onwinbaar bergkasteel woont een oud Edelman met een jong meisje, die het onderwerp van gesprek bij alle de Officieren is; de moedige frits wil dit nest gaan verkennen, doch stort met zijn paard in een' afgrond, waar hij door de beminde en, zoo hij meende, verlorene elize in het leven wordt teruggeroepen. Deze is namelijk, kort na hunne scheiding, ook weggeloopen, eerst naar Parijs, en toen naar Spanje, waar nog een oudoom van de Grafelijke
linie woonde: de Hemel weet, hoe die hier verzeild kwam! Daar vindt zij nu ook, tot overmaat van geluk, eene tante, stella, die bij slot van rekening een gevalletje gehad heeft met den eerzamen Ridder durst, waarvan antonia, frederik's moeder, de vrucht is. Nog een ander avontuurtje wordt er nu ontdekt, namelijk dat de rentmeester stern, die frederik heeft helpen opvoeden, een natuurlijke, doch gewettigde zoon is van den ouden Hosmaarschalk van hellborn, grootvader van frederik, en dus een oom van dezen. Alles gaat nu (daar frederik door zijnen val invalide geraakt, en dus eerlijk ontslagen is) naar Duitschland de familie bezoeken, de oudoom uit Spanje zoo wel als stella, frederik be-