verdeeling, voornaamste steden, eilanden en uitheemsche bezittingen, afgehandeld. Overal is de nieuwste verdeeling, volgens het Weener Congres enz., naauwkeurig gevolgd; eene verdienste, die bij den korten tijd, sedert die schikkingen verloopen, de uitgebreidheid en het veel omvattende dier schikkingen, niet gering is. Wij bevelen dus dit boekje, als het nieuwste, beknoptste en tevens volledigste over de hedendaagsche algemeene, vooral staatkundige Aardrijksbeschrijving, aan alle Onderwijzers dier wetenschap ten sterkste aan.
Dit heeft ons echter niet belet, daarin verscheidene misslagen te vinden, waarvan wij er eenigen hier mededeelen, hopende die in een' volgenden druk (dien het boekje waardig is) verbeterd te zien. De grootste fouten zijn in de opgaven der bevolking van de onderscheidene steden. B.v. in ons Vaderland wordt Amsterdam op 220,000, en Leiden op 31,000 inwoners bepaald. Men weet vrij stellig, dat het eerste thans niet meer dan 180,000, en het tweede slechts 27,000 inwoners telt. Van de zuidelijke Provinciën wordt geheel geene bevolking der onderscheldene steden genoemd, hoewel althans die van Brussel, Gent, Antwerpen enz. tamelijk van nabij bekend is. In Spanje zou Toledo 200,000 inwoners hebben; dit is zekerlijk eene drukfout voor 20,000. De bevolking van Frankrijk rekent men op 20 millioen; zij is, volgens de jongste officiéle opgave, ruim 28 millioen. Ook de bevolking van eenige Britsche steden is te laag gesteld. Zoo heeft, b.v., Birmingham, in plaats van 60,000, bijna 86,000, Manchester geene 84,000, maar 98,000, Leverpool (Liverpool), in stede van 80,000, 94,000, Bristol niet 70,000, maar 76,000, Edinburg niet 85,000, maar bijna 103,000, en Glasgow 100,000, in plaats van 92,000 inwoners, volgens de opgave, in 1811 bij het Parlement gedaan. (Wij denken toch niet, dat deze volksmenigte zoo spoedig verminderd zal zijn.) Dat Dublin 21,000 inwoners zou hebben, is zekerlijk ook eene schrijsof drukfout; dit getal is ten minste 150,000. Zoo er te Genua niet meer dan 76,000 inwoners zijn, moet dit getal, 't welk in het laatst der 18de Eeuw nog 150,000 bedroeg, ontzettend spoedig ter helfte verminderd zijn. In
Aztë is het geheele Chinesche Rijk, met insluiting van Mongolijë, Tibet, Korea enz., zekerlijk te laag op 188½ millioen berekend, schoon ook staunton's opgave, die bijna de helft grooter is, overdreven zijn moge. In die evenredigheid zijn dan ook