deftige en waardige matronen, zoo als zij daar bij voorbereiding en viering van het Avondmaal ter kerke kwamen, met hare zoogenaamde Avondmaalsboekjes, in gouden of zilveren sloten, vol gebeden, overdenkingen, toepasselijke psalmen, liedekens, en uitboezemingen van het hart; en met welk een genoegen wij, als kinderen, de prentjes dan daarin mogten beschouwen, en ook wel het een of ander daaruit mogten lezen, als iets zeer heiligs, en toen nog boven onze vatbaarheid. Wij herinneren ons dit met zeker genoegen; hoewel wij alstoen telkens verblijd waren, wanneer zoodanig boekje wederom geborgen werd, en daaruit besloten, dat nu de dagen van meer dan gewone en plegtige stilte en ernst in geheel het huisgezin weder voorbij waren. Wij erkennen gaarne, dat deze boekjes thans, en met regt, onbruikbaar en verouderd zijn; maar zouden het toch gaarne zien, dat men in zoo verre tot dit oude terugkwam, als de zoo betamelijke indruk, bij eene zoo gewigtige plegtigheid, bij man en vrouw en geheel het Christelijk huisgezin, het meest, en naar de behoeften van onzen tijd, ook bij den meest beschaafden stand, bevorderen kon. Wij zagen vóór ettelijke jaren zoodanig boek van hermes, en vonden het uitnemend bruikbaar in meer dan één opzigt, hoewel, gelijk wij toen meenden, minder geschikt voor de behoeften bij het talrijkst Hervormd Genootschap hier te lande, bij welks leden wij het ook maar zelden vonden, ofschoon wij bij ondervinding weten, dat aan geschriften van deze soort, en voor onzen tijd geschikt, eene behoefte is. Over het boek, dat thans voor ons ligt, verblijden wij ons zeer; het is van den grooten reinhard, wiens Leerredenen te regt bij de verstandig godsdienstigen zoo veel bijval vonden; het bevat korte beschouwingen, getrokken uit 's mans leerredenen, bij gelegenheid van het Avondmaal, of ook wel bij andere gelegenheden, echter toepasselijk op hetzelve, gehouden; het stemt het hart tot de meest
gepaste gevoelens en aandoeningen; het beschouwt het Avondmaal uit zoo menig treffend,