voelen van het belangrijke en in menigerlei opzigt nieuwe, uit te lokken.
Ten tweede was het oogmerk van jezus ‘de nadere opleiding der Apostelen tot verkondigers van het Evangelie.’ Hoe de Schrijver aanwijst, dat jezus hieraan voldeed, willen wij meest met zijne eigene woorden opgeven: 1) Neemt hij het struikelblok weg, gelegen in hunne verwachting van een aardsch Koningrijk; 2) stelt hen op nieuw aan tot Apostelen, en wel naar gelange van hunnen onderscheidenen afval; 3) laat, doelmatig, veel over aan den Heiligen Geest, welken Hij hun belooft; 4) en verwaardigt nog met verschijningen van den hemel de zoodanigen, welke dat in het vervolg bijzonder noodig hadden.
Bij de ontwikkeling en uitbreiding dezer bijzonderheden legt wel niemand dit boekje onvoldaan uit de handen, maar erlangt gedurig nieuwe en treffende oogpunten; terwijl kortheid, bondigheid, naauwkeurigheid en volledigheid allezins den Schrijver, als een man, die zijn stuk volkomen doorgedacht en van alle zijden bezien heeft, kenmerken.
Dit klein geschrift, hetwelk ons alle deze gebeurtenissen doet voelen, als zamenstemmende tot een wijs berekend, schoon geheel, en in de meeste overeenstemming brengt met de vroegere aanteekeningen der Evangelisten, is eene voortreffelijke bijdrage ter staving van de waardigheid en waarheid der Evangeliën; en wij vertrouwen zeker, dat hetzelve nu reeds, maar vooral ook dán, als het beloofde vervolg er wordt bijgevoegd, krachtig ter bevestiging van veler geloof zal medewerken.
Te dezer gelegenheid wil de steller dezer beoordeeling (echter geenszins als eene aanmerking tegen des Schrijvers gevoelen, maar ter eigene leering) de vraag opperen: of de boodschap der opstanding, bijzonder en met name aan petrus, juist als eene voorkenze van dezen Apostel, over zijne verloochening reeds zoo zeer bedroefd, moet worden opgevat, dan of men niet dit veeleer als eene hem verootmoedigende uitzondering kan