volken van Europa, verscheidene hulpmiddelen uitgevonden, en in woordenboeken vervat, ter gemakkelijke verkrij ging van vele kundigheden. Wij bedoelen hier eigenlijk niet zoodanige woordenboeken, welke eene taal betreffen, en tot kennis derzelve allernuttigst, ja veelal noodzakelijk zijn, en welke men zelfs bij vreemde en oude volken aantreft, zoo als bij de Grieken, de Arabieren, de Chinezen. Wij bedoelen alleen zulke woordenboeken, die, in eene alphabetische orde, verklaringen en ophelderingen over personen en zaken, naar een bepaald oogmerk, leveren. Het is bekend, hoe zeer dezelve, in latere dagen, meer en meer vermenigvuldigd zijn, en welk gemak derzelver gebruik geven kan. Maar het is met vele van deze, ten naastenbij, even zoo gesteld, als met die menigte machines of werktuigen, in onze dagen uitgevonden, die een werk, waartoe anders veel tijds en vele handen vereischt werden, korter en gemakkelijker maken, en over welker nadeel men luide begint te klagen. Trouwens, de Encyclopediën, en meer andere der gemelde woordenboeken, hebben wel eens ten nadeele van gegroude studiën verstrekt, en dienden meermalen, om aan half-, aan kwart-, of zelfs aan geheel on-geleerden, in het oog van sommigen, eenen schijn van geleerdheid bij te zetten, met welke, alleen uit woordenboeken opgezameld, men, als met geleende veren, pronkte.
Van eenen gansch anderen aard zijn de alphabetische hulpmiddelen voor de jeugd, ingerigt ter wegneming van voorkomende zwarigheden in het beoefenen van oude Grieksche en Latijnsche Schrijvers. Geeft men hun zoodanige Schrijvers in de hand, zonder hun tot regt verstand derzelve eenige hulp te verschaffen, dan hindert hen gedurig de melding van hun onbekende personen en zaken. Bij de Dichters, vooral, komt veel uit de Fabelkunde voor, waarmede zij nog vreemd of niet genoeg te huis zijnde, meer dan eens, wanneer zij geene hulp hebben, in het geheel niet te regt kunnen geraken. Het ontbrak, wel is waar, voorheen aan geene hulpmiddelen ter opheldering van zoodanige, voor de jeugd duistere, plaatsen, en men gebruikte zeer veel de uitgaven van minellius, farnabius en andere dergelijke uitleggers. Dan, behalve dat zoodanige uitgaven zich meestal slechts tot sommige Latijnsche Schrijvers bepalen, zijn dezelve, volgens het algemeen gevoelen van bevoegde regters, smaakbedervende hulpmiddelen, meer geschikt om de luiheid te voe-