Gewigtig onderscheid.
Een zekere Aartsbisschop, die sinds lang naar den Kardinaalshoed reikhalsde, zeide eens tot een' zijner vertrouwden: ‘Ik weet niet, hoe gij 't aanlegt, om altijd zoo gezond te zijn. Ik leef even matig als gij, en ben toch onophoudelijk met hoofdpijn, slapeloosheid en eene groote onrust gekweld.’ - Dat uwe Eminentie niet zoo gezond is als ik, was het antwoord, mag wel daarvandaan komen, dat ik het hoofd in den hoed, maar gij den hoed in het hoofd hebt!