Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816
(1816)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijFeestzang, bij de eerste verjaring van de overwinning bij Waterloo.Nederlanders! laat den juichtoon klinken;
Viert het jaarfeest van den schoonen dag,
Die uws vijands roem in 't niet deed zinken,
En u de oude grootheid wedergaf:
Op, mijn broeders! siert uw hoofd met palmen;
Dat de vreugde uit aller oogen straal';
Laat paleis en hut het lied weêrgalmen,
't Hooggestemde lied der zegepraal.
Nederlanders! teêrbeminde broeders!
Viert het jaarseest van het Schoon Verbond;
| |
[pagina 408]
| |
Nadert voor den troon des Albehoeders;
't Loflied rijz' tot Hem uit aller mond:
't Rijz' tot Hem, den God der legerscharen,
Die, door Nassau's arm, voor Neêrland streed;
Uit een' nacht van kommer en gevaren,
't Glansrijk licht der zege schitt'ren deed.
Broeders! staart op d'asgrond van het lijden;
't Lijden, dat, in Frankrijks boei, u wacht.
Hoe! - gij waagt den reuzenkamp te strijden?
Siddert voor uws vijands overmagt! -
Sidd'ren? ... neen! - gij hebt, bij God, gezworen,
Voor 't behoud der vrijheid, pal te staan:
Broeders! 's vijands staal moge u doorboren,
Nimmer zult gij, zonder roem, vergaan.
Ed'le keus! roemruchte Nederlanders!
Zulk een keus was de overwinning waard':
Ziet, zij schittert van uwe oorlogsstanders;
Ziet, zij straalt van Nassau's heldenzwaard;
Ziet, zij fonkelt in der strijd'ren oogen,
En voor hen bestaat geen weêrstand meer;
Zij bekroont der dapp'ren edel pogen,
En omkranst het vaderland met eer.
Jaarfeest van een' dag, zoo rijk in glorie,
Duur betaald met Neêrlands deugd'lijk bloed!
Jaardag van de schoonste krijgsviktorie,
Welkom zijt gij en met vreugd begroet!
Broeders! viert dat feest, met vreugdetranen,
Met gejuich en blijden reijendans;
Heft omhoog de Nederlandsche vanen,
Hecht ze aan den hoogsten torentrans.
Denkbeeld, vol van naamloos zielsverrukken!
Neêrland, door 't geweld zoo diep veracht,
Neêrland brak zijn slavenboei aan stukken,
En schraagt Nassau's troon met leeuwenkracht:
Broeders! sier de kruin omhoog geheven:
Neêrland streed, en Neêrland zegepraalt;
't Ziet zijn beulen, zijn verdrukkers, beven;
Neêrland heeft de gloriekroon behaald!
| |
[pagina 409]
| |
Juicht en jubelt vrij, verloste broeders!
Geeft elkaar verrukt de broederhand.
Jongelingen, maagden, vaders, moeders!
Offert, op dit feest, aan 't vaderland:
't Heldenkroost, voor u, ten strijd gevlogen,
Maar door 's vijands moordend staal verwond,
Vraagt u niet om helpend mededoogen;
't Wijst u op de vrucht van 't Schoon Verbond.
Zulk een offer is van d'echten stempel;
Broeders! 't is lofwaardig in Gods oog.
Nadert dan den Hem gewijden tempel;
Daar rijze uw gebed en dank omhoog:
Brengt d'Algoeden daar uwe eerbetooning,
Als de schatting van 't verrukt gemoed,
Smeekt daar zegen af voor Neêrlands Koning,
Smeekt dien af voor zijn doorluchtig bloed.
Komt, mijn broeders! laat ons hoogtijd vieren,
Als 't gelukkig kroost van één gezin:
Wat kan, voor heel de aard, ons schooner sieren,
Dan de band van liefde en broedermin?
Eendragt moet ons dierbaar Neêrland schragen;
't Wordt dan weêr, voor 't oog der wereld, groot;
En 't geluk van onzer vad'ren dagen
Vloeit hun waardig nakroost in den schoot.
Viert dan feest, verrukte landgenooten!
Dichters! zingt het in uw godentaal.
Nassau's bloed heeft niet vergeefs gevloten;
't Werd de kiem der schoonste zegepraal.
Komt, verlosten! laat den juichtoon klinken,
Neêrlands deugd en heldenmoed ter eer':
Laat ons blij den kelk der zege drinken;
't Monster zonk voor onze voeten neêr!
18 Junij, 1816.
w.h. warnsinck, bernsz.Ga naar voetnoot(*)
|
|