Engelschman, john adams, bleef met de vrouwen en kinderen over. Deze kinderen zijn onder elkander gehuwd, en hebben reeds weder kinderen voortgebragt; zoodat Kapitein staines, na vijf-en-twintig jaren, eene bevolking van zesen-veertig volwassenen en een groot aantal kinderen vond. Allen waren groot en sterk, van bewonderenswaardige schoonheid; en de zeelieden verheugden zich, in hen al de trekken eens openen, Engelschen gelaats te vinden. Het meest onderscheidde zich de oudste zoon van dien christian, de eerstgeborene van het eiland, ongeveer vijf-en-twintig jaar oud, die den zonderlingen naam draagt van donderdag october christian. John adams, een man tusschen de vijftig en zestig jaren, is de patriarch van dit nieuwe volkje, en teffens deszelfs leeraar en wetgever. Elk van hen moet het land bouwen, en, heeft hij een stuk gronds bruikbaar gemaakt, zoo kiest hij zich een meisje, en de oude matroos verbindt het jonge paar. Hij is gestreng op goede zeden, en heeft de gevoelens van den godsdienst bij zichzelven en bij zijne jonge volkplanting zeer levendig weten te houden. De Engelschen waren diep geroerd, toen de eerst aan boord gekomene jongelingen op eenen kleinen maaltijd onthaald werden, daar een van hen opstond, en, met gevouwen handen, staande een gebed uitsprak. Wonderbaar was de verbazing dezer halfwilden over eene koe, welke zij aan boord van de Briton vonden; zij wisten niet, of het eene groote geit, dan een gehoornd varken was. Adams was in den beginne vol vrees, dat men hem zou arresteren; doch, toen hem verzekerd werd, dat men zelfs van zijn bestaan niets af wist, veel minder zoodanigen last had, was de vreugde van dit volkje onbeschrijfelijk. De gansche rijkdom des eilands werd te werk gesteld, om de gasten te onthalen, - yams, kokosnoten, andere vruchten, eijeren, en
geitenmelk; adams wilde zelfs voor het feestmaal een varken slagten, doch hetwelk men niet toeliet. De kunst, om uit boombast kleederen te maken, hebben zij van Otaheitesche vrouwen, hunne moeders, geleerd, die bijna alle reeds overleden zijn. IJzer en velerlei gereedschappen bezitten zij nog van het schip, dat hunne vaders naar dit eiland bragt, en hetwelk terstond bij de eerste landing tot noodig gebruik esloopt werd. In kunstvlijt en in alle ondernemingen vertoont zich Europesche planmatigheid. De jonge meisjes van het eiland verwerven van de