Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816
(1816)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 276]
| |
breedte, welks vuurmachine met vierentwintig paarden zal gelijk staan, en nog een van dezelfde grootte, maar welks machine dertig paarden zal vervangen. Men heeft deze stoomschepen, deels begunstigd door het getij, doch anderdeels teruggehouden door eene slechts matige koelte, in twee en een vierde uurs eene reis zien afleggen, waarover de postwagen drie en een half uur rijdt, en die, bij buitengewone gelegenheden, in niet minder dan twee en een half uren wordt volbragt. In den aanvang maakte de nieuwheid van het voertuig, en de soort van gevaar, waaraan men meende dat het de reizigers blootstelde, het aantal van dezen zoo weinig aanmerkelijk, dat het eenige stoomschip, dat op de rivier de Clyde werd aangelegd, naauwelijks zijne kosten kon goedmaken. Maar deze vooringenomenheden verdwenen welhaast, en werden opgevolgd door zoodanig vertrouwen, dat het getal der passagiers, die thans met deze schepen reizen, ongeloofelijk voorkomt aan hen, die daarvan geene getuigen zijn geweest. Niet alleen is de landweg tusschen Glasgow en Greenock (want van deze Schotsche plaatsen wordt hier bijzonder gesproken) bijna geheel verlaten, maar de gemeenschap tusschen beide is toegenomen in evenredigheid van het gemak en den goedkoop der vervoering. Men heeft dikwijls, wanneer het weêr schoon was, van vijf- tot zeshonderd personen uit Glasgow naar Port Glasgow en Greenock zien vertrekken, en denzelfden dag terugkeeren. Een enkel schip bragt tot tweehonderd- zevenenveertig te gelijk over. Voorheen zag men zelden meer dan vijftig menschen deze reis ondernemen, zelfs bij het schoonste weêr; daarenboven meestal van de geringste klasse: waarbij men vier rijtuigen, elk van zes personen, uit betere standen kan voegen. Men heeft verscheidene wijzen ontworpen, om de kracht van den damp aan de vaart dienstbaar te maken, en verschillende proeven daarvan genomen; maar de schepen op de Clyde zijn allen naar hetzelfde beginsel ingerigt, (ons uit vroegere beschrijving bekend.) | |
[pagina 277]
| |
Ik vond te Bristol krachtige vooringenomenheden tegen deze vaartuigen, uit hoofde dat, hetgeen op de Wye of de Saverne gevaren had, door het bersten van den cilinder of eenig ander gedeelte van den toestel, verwoest was. Het voorval gebeurde niet ver van den wal, zoodat de passagiers juist den tijd hadden om het schip te verlaten, eer het zonk. Dit toeval kan het gevolg geweest zijn van gebrek aan voorzigtigheid of ondervinding; en er is niet aan te twijfelen, of deze schepen zullen niet te minder van het uitgebreidst gebruik worden. Men zegt, dat het ontwerp bestaat, om er in werking te brengen op den Rijn, en op de Elbe. Ik geloof, dat ze op laatstgenoemde rivier bijzondere voordeelen zouden bezitten. (En zouden zij op den Rijn minder belangrijk zijn? Het tegendeel schijnt ons toe, ten duidelijkste in het oog te loopen. En wij kunnen niet nalaten te wenschen, dat men inderdaad hierop bedacht zij.) Men heeft overtuigend bewezen, dat de stoomschepen kunnen koers maken tegen wind en stroom, en dat ze zelfs op zee meer veiligheids opleveren dan anderen van gelijke grootte. |
|