Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816
(1816)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHortensia Beauharnais, en Laetitia Buonaparte.(Uit de Macédoine Revolutionnaire, uitgegeven te Parijs, 28 Dec. 1815, en ten zelfden dage door de Policie opgehaald.)
Opgevoed in een dier huizen, waar men er zich meer op toelegt om groote kokettes te vormen dan goede huismoeders, verliet hortensia Mme. campan, om hare intrede in de wereld te doen, bijna in hetzelfde tijdsgewricht, toen de vlugteling uit Egypte zich, als den prijs zijner laagheid, op den troon ging nederzetten. Hij zag zijne schoondochter; hunne ondeugende harten verstonden elkander; acht dagen later had hortensia de plaats harer moeder ingenomen. Zij, die op vertrouwden voet met de familie leefden, cambacérès, fouché, regnault, décrès, kunnen zeggen, of ik laster. Men kan den Heer de gontaut-biron vragen, om welke reden hij zich zoo hardnekkig verzette tegen het huwelijk van zijnen zoon met hortensia? Men kan het aan alle de jonge Kolonels van dien tijd vragen, die haar van de hand wezen, welke hunne beweegredenen wa- | |
[pagina 231]
| |
ren? Duroc heeft ieder, die het hooren wilde, bij herhaling gezegd, dat het meerendeel verklaard had, (hoe gemeen de uitdrukking ook was) dat zij de koe met het kalf niet begeerden. Duroc zelf, wien zij aangeboden werd, antwoordde; ‘Dat hij ze diegenen aanbiede, die van niets af weten; maar aan mij, die de bestuurder dezer intrigue was, aan mij, onder wiens oog alles is voorgevallen, dat is al te sterk!’ Eindelijk gedrongen om een' mantel voor zich te vinden, haastte zich hortensia om lodewijk buonaparte te trouwen, die, niets wetende van de gruwelen, welke aan het hof van zijnen breeder voorvielen, te gelijker tijd de oom van het kind werd, en de vader, quem nuptiae demonstrant. Er moest een troon zijn voor de dochter van josephine, ten einde haar te betalen voor hare bloedschendige geriefelijkheid; en spoedig! den oorlog aan Holland! de conscriptie, de belastingen, alles werd te werk gesteld; het Fransche bloed stroomde op nieuw..... en voor wie? Regtvaardige Hemel! Opdat hortensia Koningin wierd! - Fransche Generaals en soldaten, zietdaar, wat gij roem noemdet! De goedhartige lodewijk buonaparte, welhaast beter onderrigt, scheidde zich van zijne vrouw, die hem nog slechts de diepste verachting inboezemde. Van haren man gescheiden, hield hortensia niet op, de bijzit van haren schoonvader te zijn, tot op zijn vertrek naar het eiland Elba. Hortensia (na 20 Maart) niet wetende, hoe zij het zou aanleggen, om in het hart der Franschen den haat te doen overgaan, welken zij de familie der bourbons toedroeg, (haar vroeger beroep op de aangename oogenblikken, eenen jeugdigen Oostenrijkschen Minister weleer verschaft, ten einde hem zijn hof aan buonaparte's zijde te doen overhalen, zijnde mislukt) verzon zij eene spelonk te openen aan het einde van het Palais-Royal. De zaal Montansier werd eene Jakobijnen-club, honderdmaal afzigtiger dan ooit | |
[pagina 232]
| |
de oude club van dien naam, onder het voorzitterschap van billaud-varennes, was geweest. Dat men den eigenaar, den ellendigen pradelles, tot getuige roepe; men zal van hem hooren, dat de gruwelen, welke hier werden uitgebraakt, van het maaksel waren van hortensia, etienne, maret, fain enz. De vuilsten zijn van hortensia. De afschuwelijke prenten, die destijds de muren van Parijs bedekten, waren insgelijks naar de teekening van hortensia. Etienne kreeg last om ze om niet te doen uitdeelen aan alle de verkoopers, welke zich op de boulevards bevonden. De dag van Waterloo verstrooide alle de intriguanten. In de weinige oogenblikken, die de abdicatie van den dwingeland voorafgingen, hield zich zijne familie bezig om onderling het goud te verdeelen, dat men kort te voren uit de openbare schatkist had geligt, om het in wagens te pakken, dragende dit opschrift: schatkist der armee. Ik zelf heb deze wagens op het plein des Victoires gezien. Hortensia, de regtvaardige straf vreezende, welke hare misdaden verdienden, van goede passen voorzien, welke fouché zich haastte haar te bezorgen, hortensia, met de woede in het hart, verliet Parijs, na hare fortuin in zekerheid gebragt te hebben, aan verscheidene bankiers bekend, en door hen op twee millioenen (franken) rente geschat.... Josephine had in 1796 geene dertigduizend franken bruidschats aan hare dochter te geven - hortensia bezit thans de waarde van veertig millioenen! | |
Mevrouw moeder, Laetitia Buonaparte.De overweldiger, eenigen tijd bevorens naar Leipzig te gaan, om de hulde van zijnen Senaat te verdienen, door eene brug te doen springen, die twaalfduizend menschen van zijn leger vernietigde, zijne moeder volkomen kennende, speelde haar een' trek op zijne wijze. | |
[pagina 233]
| |
Hij ging haar zien, en, na de gebruikelijke pligtplegingen, verzocht hij haar, hem geld te leenen. Mevrouw moeder, waardige zuster van de Eminentie fesch, zwoer bij alle de heiligen van het paradijs, dat zij geen stuiver bezat. De Korsikaan, die haar sedert lang deed bespieden, wist, dat de zware kist in eene nis stond, in den muur gemaakt, en bedekt met een groot portret ten voeten uit. Hij dringt niet, wandelt, praat over den regen en het mooije weêr. Ten einde van eenige minuten stelt hij zich voor het portret, beschouwt het, en, alsof dit hem zoo inviel, beweert hij, dat het geen goed licht heeft, dat het moet verplaatst worden. Mevrouw moeder, ontsteld, staat op, en zegt, dat de schilderij wél is, waar zij is, dat het de éénige plaats is, die voor dezelve voegt, opdat zij geheel op haar gemak de trekken en de majesteit kan beschouwen van een' figlio tan caro, tan grande, tan.... (Het was het portret van den overweldiger.) Buonaparte, volkomen gezet op zijn plan, stoot Mevrouwe moeder terug, en beveelt, met eene gebiedende mine, aan twee knechts, het portret weg te nemen. De tranen van Mevr. laetitia konden den geliefden zoon niet bewegen: de schilderij verdween, en deed de opening der nis vernemen. ‘Ha, ha! zeide hij, eene geheime deur! Daar schuilt wat achter; laat ons zien!’ Hij nadert, ziet de kist, en vraagt den sleutel. Mevrouw moeder schreit en weigert; een: ik wil het, op den toon van meester uitgesproken, dwingt haar om den sleutel over te geven. Hij doet de kist openen, en ontdekt een dertigtal groote zakken vol vierdubbele pistolen. Zich toen tot haar keerende, zegt hij: ‘Gij zweert mij bij alle heiligen van het paradijs, dat gij geen stuiver bezit; gij hebt mij bedrogen.’ Hij wendt zich tot de personen van zijn gevolg: ‘Dat men dit goud bij den thesaurier mijner kroon brenge!’ Moeder Lajoye, wanhopig de vier millioen te zien vertrekken, welke zij als eene peer voor den dorst had weggestopt, zag wijders niets in den tan caro, tan grande zoon, dan | |
[pagina 234]
| |
een' ellendigen roover, gaf hem de fraaije namen van Birbante, Bricone, Ladrone, Baronnacio, en voorzeide hem, dat het eenmaal slecht met hem zou afloopenGa naar voetnoot(*). |
|