Het slagveld van Waterloo; door een' ooggetuige.
- Zij, die de bloedigste gevechten in Spanje hadden bijgewoond, verklaarden, dat zij zulk een bloedbad nimmer gezien hadden; en de Pruisen getuigden, dat zelfs de slag bij Leipzig met dezen niet te vergelijken was. De dooden kon men niet tellen; en hun, die dit veld des roems en des doods na den verschrikkelijken slag bezigtigd hebben, moet het schouwtooneel der ijsfelijkheden, dat het opleverde, voor eeuwig onvergetelijk zijn. De geschondene en levenlooze ligchamen waren toen reeds van allen deksel beroofd - alles, wat slechts de geringste waarde had, was reeds weggevoerd. De weg tusschen Waterloo en Brussel, die gedurende drie mijlen door de duistere schaduwen van het bosch van Soignies loopt, was met verspreide bagaadje, gebrokene wagens en doode paarden overdekt, en door den zwaren regen en meni vuldigen doortogt bijna ongangbaar; zoodat de met gekwetsten zwaar beladene wagens ter naauwernood voort konden. Wijd en zijd lagen ongelukkige martelaars, die kruipende het slagveld verlaten hadden, en van welke velen, niet verder kunnende, zich nederleiden en stierven. Holen aan den kant des wegs dienden voor graven, en weken na den slag waren de wegen nog bezaaid met de verscheurde overblijfselen van de kleederen en de wapenrusting der begravenen. In de dorpen en vlekken, en op de wegen, zag men, tien mijlen in den omtrek, rondzwervende gekwetsten; terwijl de gewonde Belgen en Nederlanders hunne uiterste pogingen aan-