Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816
(1816)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOver een middel, om likdorens en wratten weg te nemen. Door den Heer M.L. HaninGa naar voetnoot(*).De wratten (verrucae) maken een zeer lastig ongemak uit, en beletten somtijds den werkman, bij wien | |
[pagina 18]
| |
zij allermeest voorkomen, zijn beroep naar behooren waar te nemen. Zij bestaan in eene verdikking van de opperhuid, komen meest aan de vingeren, handen, voeten en teenen voor, en veroorzaken door hare drukking, vooral bij koud, vochtig en veranderlijk weêr, veel pijn en ongemak. Zij worden meest door drukking van de opperhuid veroorzaakt; ofschoon dit ongemak ook veel meer bij den eenen, dan bij den anderen ontstaat. Men heeft allerhande soorten van middelen tegen dit gebrek aangeraden, die meestal nutteloos zijn, en die op vooroordeel of bijgeloof steunen. De heelkundige middelen, als het snijden en branden, zijn zeer pijnlijk, en kunnen, als zij niet behoorlijk verrigt worden, somtijds met gevaar verzeld gaan. De wratten kan men dan alleen afbinden, wanneer zij een' dunnen steel hebben. De brandmiddelen doen zeker van alle middelen de beste uitwerking, daar zij de opperhuid verstoren. Men heeft hiertoe uit het plantenrijk de wolfsmelk, de chelidonium, de sedum en de plantzuren, en uit de delfstoffen den ongebluschten kalk, de bijtende loogzouten, de gebrande lei en de minerale zuren gebezigd. Boven alles schijnen hier de delfstosfelijke zuren de voorkeur te verdienen. Deze zelfstandigheden kunnen de dierlijke stof geheel ontbinden, en zijn des te vermogender, naar mate dezelve zuiverder zijn. Bij eene naauwkeurige vergelijking van de verschillende werkingen dezer zuren, schijnt het salpeterzuur (bij ons sterkwater genoemd) den voorrang boven de overige te verdienen, daar het, vooreerst, de opperhuid schielijk ontbindt, ten tweede, men de werking hiervan gemakkelijk kan bepalen, en, ten derde, weinig de onder de opperhuid gelegene deelen prikkelt, en hierdoor verschillende toevallen, die daaruit zouden kunnen ontstaan, voorkomt. - Het zwavel- of vitrioolzuur maakt, in plaats van de opperhuid te ontbinden, dezelve hard, en hierdoor vallen de wratten zeer langzaam af. Wan- | |
[pagina 19]
| |
neer het zuur zeer sterk is, brandt het geweldig, dringt diep door, en veroorzaakt eene sterke ontsteking. De antimoniaalboter (murias antimonii liquide) veroorzaakt het zelfde ongemak, en kan zelfs tot onaangename toevallen gelegenheid geven; en men kan dit middel niet bezigen, ten zij men gewoon zij daarmede om te gaan. Om nu het salpeterzuur met nut te gebruiken, moet men hetzelve zoodanig aanwenden, dat men eerst de wrat (of likdoren) week make, en vervolgens zorge, dat de omliggende gezonde opperhuid daardoor niet tevens worde aangetast. Om het eerste oogmerk te bereiken, moet men de hand, of het deel, waarop zich de wrat bevindt, eerst in een bad, waarin loogzout ontbonden is, of in warm zeepwater, ten minste tot den trap van warmte van 35o Reaumur heet gemaakt, gedurende een half uur houden. De wratten worden daardoor week, bleek en gezwollen; en, wanneer men dezelve dan met salpeterzuur bestrijkt, dringt dit tot aan den wortel door, waardoor deze dikwijls in eens gedood wordt. Men moet echter, vóór het aanwenden van het zuur, rondom de wratten eene vette stof strijken. Men bezigt daartoe best het zwarte vernis, hetgeen de plaatsnijders gebruiken, 't welk geenen onaangenamen reuk heeft. (Men kan ook daartoe alle vette zalven bezigen.) Langzamerhand schilseren de wratten af, en verdwijnen binnen eenige dagen. Op deze wijze kan men ook de likdorens wegnemen. De Schrijver heeft deze behandeling door vele belangrijke waarnemingen bevestigd. |
|