Vertellingen voor mijne Zonen, naar het Hoogduitsch van A. von Kotzebue. Met Platen. Te Amsterdam, bij H. Gartman. 1815. In gr. 8vo. 376 Bl. f 3-:-:
Deze Verhalen bezitten alles, wat deze soort van geschriften kan aanprijzen, en wij vertrouwen, dat zij van den zedelijken kant niet zullen gelezen worden zonder veel goeds te stichten. Zij zijn elf in getal. Beloonde Deelneming. De Duizendkunstenaar. De Sinas-appel-schillen en de Meloenschillen. De oude Overrok en de oude Paruik. Wat raakt het mij? De Grootspreker. De Logenaar. De Reis naar Keulen. Het woeste Eiland. De Gevaren der Verbeeldingskracht. Oswald en Auguste. Het is overvloedig bekend, hoe aangenaam en treffend von kotzebue verhalen kan; en wat bijzonder deze Verhalen betreft, zoo zal zich onze Lezer bij gezegde opschriften herinneren, een paar daarvan reeds aangetroffen te hebben in ons Mengelwerk, en is alzoo aangaande het onderhoudende en bevallige van den schrijftrant genoegzaam verzekerd; en hoezeer de goede zedelijke strekking in die proeven ook geenszins te miskennen was, zoo durven wij echter gerust verzekeren, dat de verder hier voorkomende stukjes te dezen aanzien vooral niet minder lofwaardig zijn. Ieder Vader kan alzoo deze Vertellingen aan zijne Zonen veilig in handen geven; terwijl zij daarenboven ook voor zijne Dochters leerzaam en onderhoudende zijn.