geeft, zal welligt menig Lezer betwijfelen. Inmiddels bij hem, wien het eeniglijk belangrijk is te weten, wat de Bijbel dan leert, en of Aristus, dan wel Philomathes, daarmede het meest overeenkomt, is dit geschrift ter toetsing en nadenken voldoende, en het draagt duidelijk blijk van de gematigdheid en het gezond verstand van den steller, wien kettermakerij, even zeer als den steller van het eerste geschrift, vreemd is. Maar ter beslissing der groote vraag, of de wijsgeerte van em. kant den Bijbel eeniglijk en overal moet wijzigen, houdt men zeker dit werkje niet volkomen voldoende. Dan, het zag ook vóór de tegenwoordige voor- en na-rede het licht.