Wandeling langs den IJkant, te Amsterdam, Dichtmatig Tafereel, door A.L. Barbaz; voorgesteld in de Maatschappij: Felix Meritis, binnen gemelde Stad. Te Amsterdam, bij C. Covens. 1816. In gr. 8vo. f :-12-:
Wij hebben voorlang reeds kennis gemaakt met den Heer barbaz, en onze Lezers ook telkens verslag gedaan van die kennismaking. Wij hebben zijn Ed. echter in langen tijd niet op onze letterbaan ontmoet. Thans zien wij hem weder op eene dichtmatige wandeling, en kunnen, in het algemeen, zeggen, dat wij weinig verandering in den man hebben bespeurd. Verjongd is hij wel niet, en dit was ook niet te verwachten; maar verouderd juist ook niet, en dit is waarlijk al veel. Zonder dichterlijke beelden gesproken, men kent de poëzij en de manier van barbaz genoegzaam. Zij is dezelfde gebleven, en wij behoeven er dus geen verslag van te geven. Van dit stukje zeggen wij alleenlijk, dat het prozaisch voorberigt tamelijk poëtisch, en de poëtische wandeling tamelijk prozaisch is. Den Amsterdammer, die in de gelegenheid is, om zelf eene wandeling langs den IJkant te doen, raden wij niet dit versje te lezen, zoo het hem te doen is om geroerd te worden. Dezen zeggen wij alleen, dat de Heer barbaz (ten einde de begoocheling volkomener te maken) zijne wandeling is begonnen aan den hoek van de nieuwe Haarlemmersluis, in den laten achtermiddag, bij het ondergaan der zon. Dit leert ons het voorberigt, dat meer goede opmerkingen bevat. Wij nemen er nog de volgende uit over, welke wel eens nuttig konde zijn voor onze ontevredene en morrende Landgenooten, die verwacht hadden, dat de omwenteling van 1813 de eeuw van Saturnus zou hebben aange-