doen, tot het God behagen zou, zijn hart tot aannemen of verwerpen te nopen. Met blijdschap over dit heilig voornemen, knielde hij neder, en had.... (Hoe lang?) Van zijn gebed opstaande, zeide hij, bij het opstaan: Het is mijn ligchaam! En ziet daar, nu is de zaak gezond, en johannes weppelman wordt Roomsch-katholijk.
En die johannes weppelman, Lezer! is.... johannes weppelman! - Evenwel, een man, (volgens het zeggen van zijnen vader, nog van Bisschoppelijke familie, en, hetgeen meer afdoet) in de Hervormde leer onderwezen, door eenen Professor segaar, D.D. hinlópen en wolterbeek, en eenen Catechizeermeester, den braven terwogt. (Maar weppelman! weppelman! discipulus est qui discit: laat een of ander Pater u dit eens vertolken. Gij zegt wel, dat gij jaren aaneen geleerd en onderwezen waart; maar! - maar! gij legdet u vlijtig toe op tegenspraak; en omdat Prof. segaar met achting van Vader augustinus en chrysostomus sprak, beelddet gij u in, dat die mannen tot ons Kerkgenootschap behoorden! Wij gelooven het daarom gaarne, dat, zoo deze godvruchtige man nog leefde, hij zich over uw eindelijk nog Paapsch worden niet verwonderen zou.) En deze johannes weppelman telde onder zijne bekenden en vrienden bij de Hervormden Do. verster, te Rotterdam, kuiper, te Dordrecht, van der roest en rutgers, te Haarlem, Prof. segaar, D.D. hinlópen en masman, te Utrecht, Prof. krom, te Middelburg, Do. wanders, te Medemblik, en vele anderen. Deze mannen zijn allen dood en begraven; en zou het daarom zijn, dat weppelman zich bij voorkeur op dezen beroept? Hij had onder de Direkteuren en Leden van het Zendeling-genootschap immers een aantal, die nog leven, kunnen noemen? ja wel, ook den een' of anderen, die het nooit groot op hem had.
Gerust, echter, kon hij zich op dezen beroepen, in denzelfden zin namelijk, als hij die waardige overledenen aanhaalt, t.w. als hierin met hem instemmende, ‘dat de Protestantsche leer, als was’ (al is, zouden wij zeggen) ‘die de leer des Bijbels, niemand zal baten, die de Christelijke zedeleer verwaarloost, en zijn leven, zijn gemak, zijne eer, den lof der menigte’ (ten koste der zedelijkheid) ‘lief heeft.’ Vriend weppelman houde zich aan dit geloof, en zoeke den