Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816

Belangrijke Bijdragen tot het Animalisch Magnetismus, in Brieven; door W. van der Held, te Dordrecht. Te Dordrecht, bij G. Bonten. 1816. In gr. 8vo. III en 60 Bl. f :-12-:

De Schrijver noemt deze Bijdragen, met regt, belangrijk: er wordt niets minder in bewezen, dan dat onze dampkring vol geesten is; dat daarin onze afgestorven vrienden om ons heen waren, en zelfs zoo vriendelijk zijn, van den gemagnetiseerde de middelen te komen influisteren, welke hij noodig heeft; dat voorts de menschelijke geest alomtegenwoordig is, of althans, in hetzelfde oogenblik, op meer plaatsen te gelijk aanwezig zijn kan; alsmede, dat vele waarheden van den Christelijken Godsdienst, welke tot dusverre onbegrijpelijk waren, door het Magnetismus worden opgehelderd. Wij zullen niet veel woorden meer behoeven, om onze Lezers aan te sporen, zich dit boekje (hetwelk toch ook maar weinig stuivers kost) eigen te maken, en in een verloren uurtje te doorbladeren. Het is toch wel der moeite waardig, te leeren, (bl. 21) hoe de Engelen te voren ook bewoners der aarde^(*) ge-

(*) Zoude dit ook eenige opheldering geven, omtrent het leerstuk der Praeädamiten?

[p. 570]

weest zijn; hoe de menschen hier op aarde als in een' rook wandelen, welke van beneden naar boven piramidaalswijze opstijgt, en hoe ieder mensch van eene menigte geestelijke wezens omringd is; hoe uit de helderheid of graauwheid van de dampen der menschen derzelver bedoelingen (te weten voor den gemagnetiseerden helderziende) zigtbaar zijn, en dergelijke gewigtige waarnemingen meer. Wij vreezen slechts, dat de groote waarheden, welke van der held, als zoo vele gevolgtrekkingen, uit een paar magnetische behandelingen afleidt, bij ongemagnetiseerde helderzienden niet veel ingang zullen vinden. Het is toch jammer, dat de waarheid, vooral de magnetische waarheid, dikwijls zoo onwaarschijnlijk is!