Tweetal Redevoeringen, gehouden in het Departement Groningen, der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen; door J. Mulder, Leeraar bij de Hervormde Gemeente te Groningen. Te Groningen, bij R.J. Schierbeek. 1815. In gr. 8vo. 24 Bl. f :-5-8
Beide deze Redevoeringen prijzen zich door haar nuttig doel bijzonder aan: of is de instandhouding eener zoo weldadige inrigting, als die der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, niet hoogstbelangrijk? - Eenigermate schijnt de ijver voor deze Maatschappij, en ook bijzonder voor de Departementsvergaderingen, verslapt. Dit is ook wel elders het geval; en daarom keuren wij de uitgave dezer Redevoeringen ten hoogste goed. De eerste spoort de oorzaken dezer verslapping van den ijver voor de Maatschappij in het algemeen na; zij worden bevonden deze te zijn: De zaak is niet meer nieuw; - de Maatschappij sticht dat nut niet, dat men er zich van beloofde; - en eindelijk: de treurige omstandigheden onder den Franschen dwang. Deze bezwaren worden getoetst, en derzelver invloed te keer gegaan. (Nog twee bedenkingen hadden wij gaarne hier opgenomen en weêrlegd gezien: 1) De zorg, die het Gouvernement draagt voor het verbeterd Schoolonderwijs, maakt de bijzondere bemoeijingen, en de opofferingen daartoe van partikulieren, minder noodig. 2) De boekjes der Maatschappij worden weinig gelezen; men vindt zelfs de aan de leden uitgedeelde exemplaren somtijds voor een' spotprijs te koop liggen: zij komen alzoo niet in de regte handen.) De tweede Redevoering wijst het nuttige en noodzakelijke van de bijwoning der Departementsvergaderingen aan: Zij zijn zoo geschikt om den trek tot nuttig en gezellig verkeer op eene onkostbare wijze te voldoen; - hebben de strekking ter verbetering van verstand en hart. (Kon dit meer algemeen en altijd proefondervindelijk aan ieder lid bewezen worden! Wij kennen het Groninger Departement niet bijzonder; maar hoorden elders wel eens klagen, dat menige avond voor verstand en hart verloren was, en nuttiger in eenen vriendenkring, in wijn- of koffijhuis zou zijn doorgebragt. Wij zeggen dit niet als eene beschuldiging, maar geven enkel eenen wenk. Tot nut van het algemeen, moesten