Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816

Laudatio Funebris Divi Patris Classis N.N. Groningae, apud W. van Boekeren. 1816. p. p. 15. form. maj. f :-4-:

Jongenswerk! mislukte en onvriendelijke scherts. - Zijne Majesteit de Koning gaf aan het Kerkbestuur der Hervormden eene andere en geconcentreerde wijziging. De Klassikale vergaderingen houden daardoor op, of komen slechts eenmaal 's jaars bijeen; en hetgeen te voren door dezelve geschiedde, en waartoe gedurig herhaalde bijeenkomsten vereischt werden, wordt nu opgedragen aan eene minder talrijke Commissie, enz. Niet ieder in de Hervormde Kerk denkt eveneens over deze verandering; sommigen verblijden er zich over, en verwachten er zeer veel goeds van; anderen bedroeven zich over dezelve, en vreezen ik weet niet wat; nog anderen beschouwen geheel die zaak als van weinig belang; terwijl er eindelijk ook zijn, die hun oordeel opschorten, tot dat de nieuwe regeling geheel in trein is gebragt, en de reglementen, die men van eene aanstaande Synode verwacht, bekend en in werking zijn, meenende dat men dan eerst volkomen naar waarheid en regt zal kunnen oordeelen over eenen maatregel, voor welks goede bedoeling het verstand en hart van onzen geliefden en geëerbiedigden Koning bij ieder' weldenkenden een genoegzame waarborg is.

Bij de Klassikale vergaderingen spijzigden de broeders doorgaans met elkanderen, na den afloop der werkzaamheden; en zoodanige bijeenkomsten waren tevens, voor sommige meer van de steden afgelegene Predikanten, eene aangename gele-

[p. 454]

genheid om de stad te bezoeken, ook sommige huisselijke belangen dan af te doen, en geheel de broederschap te zien. En wien kon dat bij mogelijkheid hinderen? Indien al eens nu of dan (bijzonderheden weten wij juist niet) bij zoodanig eenen maaltijd iets voorviel, dat niet geheel in den haak was, is het dan edelmoedig, zulks te wijten aan geheel het achtingwaardige ligchaam der Hervormde Geestelijkheid, en die broederlijke bijeenkomsten, aan eenen waarlijk niet altijd zoo geheel overvloedigen disch, en doorgaans geheel op eigene kosten, te doen voorkomen als zuip- en smulpartijen, en offeranden aan Bagchus, en misschien ook aan Venus!! gelijk de bedoeling schijnt te zijn van den vermoedelijken vlasbaard, die deze Laudatio in de wereld zendt, en die denkelijk zelf niet ongaarne eene ruime en aanzienlijke plaats zou bekleeden; aan welke tafel dan ook eenige mannen e grege Epicuri bijeen waren.

‘Prandium tandem, post gravissimos societatis labores exantiatos appositum, arctissimum fraterni amoris vinculum erat, animique laetum condimentum, quo quisque vocatus, etiam postridie, sapientissimo Patrum instituto, utilissimis nempe sermonibus, nutriretur.

Meministis autem Fratres! nostrae in Divi Patris, opipara prandio, quanta fuerit, frugalitatis priscae, vel in hodierna ubertate, memoria. Vinum capacioribus licet scyphis appositum, non nisi tarde, et justa copia, ita ut ne guttula quidem ungue decideret, bibebatur,’ cet.

‘Meministis quanta carnium fuerit copia, pisciumque deliciae, appositarumque dapium sapor eximius, pomorum egregia maturitas, mensae secundae dulcedo, panisque et nigri, et albi, semel bisve cocti eximia materia,’ cet.

‘Lugete Fratres! Patrem Optimum extinctum, lugete aedes, lugete et vos blandulae puellae,’ cet.

‘Patrem eheu plangimus, per duo, et quod excurrit seculae, summa celebritatis fama, summaque omnium rerum copiae atque felicitate, per omnes Reipublicae mutationes, ad hunc usque diem superstitem.’

Maar deze staaltjes zijn overgenoeg ter aanwijzing, dat geheel de Laudatio in ieder opzigt een nietsbeteekenend prulchrift is.