heid en gezond verstand.
Magtspreuken doen niets af. - Wij kunnen echter niet voorbij, in het algemeen aan te merken, dat de meeste verdedigers van het Fransche ontuig, die, hetzij dan uit onkunde van onze voorvaderlijke inzettingen, of, besmet door de Fransche pestilentie, dikwerf alleen daarom voor hetzelve ijveren, omdat zij óf de kennis daarvan met den paplepel ingekregen hebben, óf onder het Fransch Bestuur in emploi geraakt zijn, niet veel anders weten, en, gelijk men zegt, eigen haard verdedigen. Voor echte Vaderlanders, die een onbesmet oud-Hollandsch hart in den boezem dragen, en de oude inzettingen gekend en geëerbiedigd hebben, is het niet te lijden, om, na de afschudding van eene vreemde overheersching, thans nog eenen Franschen geest te zien woelen, en een zoo algemeen gehaat middel, door de gebiedende noodzakelijkheid tot hiertoe geduld, naar de Fransche caprices te hooren uitleggen. Dat middel kan noch behoort immer een middel te worden, om jonge lieden tot de waarneming van ambten in 's Lands dienst op te leiden: integendeel zijn wij het met de Schrijvers en den door hen aangehaalden gagneraux volkomen eens, dat niet dan eene veeljarige ondervinding iemand tot den post, zelfs nog maar van ontvanger van dat regt, bekwaam kan maken. Zoo wij niet geheelenal dwalen, dan houden wij het daarvoor, dat eene grondige regtsgeleerde kennis vereischt wordt, om soortgelijken post naar behooren waar te nemen. Zonder die kennis moet men telkens mistasten; en dan vooral, wanneer het Fransch wantrouwen doet vermoeden, dat Notarissen, staande ter goeder naam en faam, in staat zouden zijn, om de ontvangers te bedriegen. Laat ons ronduit zeggen, zoo als het is. Vreemd geweld drong ons wetten en finantiéle stelsels op, die door niemand, zelfs niet door de uitvoerders daarvan, begrepen werden. Hinc illae lacrymae. Gelukkig is de Vorst, die Nederland regeert, een geboren Nederlander. Hoogstdezelve heeft reeds de afschaffing van het
hatelijk en verderselijk Registratie-regt besloten; en wij hebben het volkomenst vertrouwen, dat Hij eenmaal aan dat zelfde Nederland andere wetten zal geven, naar den aard des Volks ingerigt, en bevrijd van allen vreemden invloed.