Lijkrede over den weleerw. zeer gel. Heere C.G.S. Begemann, in leven Hoogduitsch Predikant der Hervormde Gemeente van Amsterdam, en aldaar overleden op den 6den April 1816. In het Genootschap, Kunst door oefening beschaafd, uitgesproken door J.B.D. Wibmer, S.S. Min. Cand. Te Amsterdam, bij A. Vink. In gr. 8vo. 25 Bl. f :-5-8
Dit stukje zal de hoogachters en vrienden van wijlen Ds. begemann zeker welkom zijn, hoewel het in korte oogenblikken vervaardigd werd, gelijk de Redenaar zelf erkent, en ook allezins blijkbaar is. De reden van zoodanigen spoed, ook nu bij de uitgave, is buiten twijfel, dat de indruk van het oogenblik van 's mans overlijden der deelneminge en des aftreks moest voordeelig zijn. Bij eene herziening had evenwel het opstel, naar onze gedachten, in waarde kunnen winnen; en wij twijfelen geenszins, of, bij minder spoed, had de Schrijver b.v. het woord Godgeleerde, bl. 20, met een beter gekozen verwisseld, en eene en andere plattitude (b.v. bl. 21. ziet daar, de Held lag in het zand!) verholpen, enz. Intusschen vond de waardige begemann in dezen zijnen Lofredenaar eenen warmen vriend, die hem, als eenen bij uitstek deugdzamen man, dit aandenken wilde stichten. Wij hadden wel verlangd, dat de Redenaar wat meer had kunnen en mogen bijzonderen, en zien ook niet, dat er noodzake was, 's mans strenge zedeleer, en zijne tranen, bij het