De Geheimen der Magnétiseurs en Somnambules ontmaskerd voor weldenkende en deugdgezinde Menschen. Ad majorem gloriam Dei. Naar het Fransch. 1816. In gr. 8vo. 88 Bl. f :-15-:
Wij gevoelen weinig lust, om een eigenlijk beoordeelend verslag van dit blaauwboekje te geven. Het is alreeds in een ander Maandwerk (Rec. der Rec. 1816. No. IV.) naar waarde geschat, en wij willen er alleen melding van maken, om onzen Lezeren, die wat nieuwsgierig vallen, kort en zakelijk te zeggen, waarin de geheimen der Magnetiseurs enz. bestaan. Het zijn duivelskonstenarijen; en zijne helsche Majesteit heeft zich van dit middel bediend, om zijn op aarde vervallen rijk te herstellen. Wij weten ondertusschen niet, hoe de Schrijver, die in Frankrijk schijnt te leven, dat rijk als zoo vervallen kon beschouwen, vooral met den bril, waardoor hij kijkt, en dien hij zeker van een' grootvader uit de laatste dagen van lodewijk XIV heeft geërfd: Ten minste de geest van elke bladzijde ademt duisternis; dweepzucht en onkunde schijnen de pen bestuurd te hebben. Het ergste is, dat men in het lezen nog niet eens zijnen lachlust bot kan vieren, en dat de laffe onzin te veel ergernis verwekt, om in elk, niet geheel verblind, Lezer den geringsten zweem van vrolijke luim over te laten.