Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816
(1816)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNoodig Berigt voor den Nederlander, wegens eene nieuwe verbeterde wijze van Kunstverlichting, door middel van vlamvatbaar Gas uit Steenkolen. Voorgedragen bij wijze eener Verhandeling door B. Koning, V.D.M. te Akersloot, Lid van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, enz. Te Amsterdam, bij J. van der Hey. Mei 1816. In gr. 8vo. 54 Bl. f :-16-:Wij hebben, in ons Mengelwerk, bij herhaling gesproken over het nieuwelings uitgevonden GaslichtGa naar voetnoot(*), een en andere stukken, daartoe betrekkelijk, uit het Engelsch vertalendeGa naar voetnoot(†). Dit onderwerp is hier ter stede onlangs meer ter sprake gekomen, door de proeven van den Eerw. Heer b. koning, in het Oude Vrouwen-huis, met dit licht genomen. Dezelven schijnen, over het geheel, tot voldoening der aanschouweren te zijn afgeloopen. Doch, geheel zonder bedenkingen, door vooroordeel, onkunde, eigenbaat krachtig geruggesteund, komt zelden iet ongewoons tot stand. Hoe dit zij, het Noodig Berigt, dat de Heer koning ons in deze soort van Verhandeling wel wil geven, is verre van overtollig of onbelangrijk te zijn. De Lezers van het door ons medegedeelde zullen daarin veel minder eene herhaling van het reeds bekende, dan wel uitbreiding, verbetering en gewenschte toepassing op onze bijzondere omstandigheden, enz. vinden. De Heer koning was, tot voor korten tijd, geheel onbekend met de manier der bereiding en aanwending van het gas tot licht, bij de Engelschen in gebruik. Hij had, echter, voor zichzelven eenen geschikten weg gevonden, en | |
[pagina 351]
| |
daarvan nu en dan, als ter proeve, gebruik gemaakt. Bij vergelijking vond hij, daarna, dat zijne behandeling veel grootere voordeelen opleverde, dan die der vreemden. En ziehier dus eene natuurlijke aanleiding, om, van hooger hand bemoedigd en gesterkt, verder voort te gaan met deze zaak, en dezelve, zoo mogelijk, algemeen nuttig voor den Landgenoot te maken. De grond van alles is, dat bij de verbranding, op onze haardsteden als anderzins, vele bruikbare stoffen nutteloos ten schoorsteen uitgaan, ook de lichtgevende; dat het mogelijk is, door gloeijing, in een besloten werktuig, van steenkolen, turf enz., als bij wijze van distillatie, die lichtgevende stof afzonderlijk te verkrijgen; dat de waarde der brandstoffe hierbij niets verliest, vermits gedoofde turf-, hout- of steen-kolen nog meer waardig zijn dan ongebrande, en de steenkool in het bijzonder nog andere stoffen afscheidt, die eene ontzaggelijke winst, in plaats van verlies, opleveren. Deze stoffen zijn steenkolen-teer (van welke geroemd wordt, dat zij boven de gewone het voordeel bezit, niet slechts om het hout, onder water, ijzerhard te doen worden, maar ook om den paalworm te dooden; welk laatste voor de scheepvaart, en vooral voor ons dijk- en haven-werk, onberekenbaar gewigtig zou zijn) en ammoniac. De Heer koning houdt zich inzonderheid bezig, om het gebrekkige en tevens kostbare in de verlichting, tot hiertoe door ons gebruikt, te doen in het oog loopen, en daarna te doen zien, hoe het Gaslicht, vooral naar zijne inventie, aan geen dezer ongemakken en gevaren onderhevig is. Het brandt, helder, stil, gelijkmatig, niet altijd naar boven, maar in zoodanige rigting als men verkiest; het is, naar willekeur, te vermeerderen, te verlengen, of tot beneden de mate van een gewoon nachtlicht te verminderen; het is overal aan te brengen, midden op den vloer, aan den muur, enz. met zoo veel of weinig toestel, en zoodanigen vorm en pracht, als verkozen wordt; het veroorzaakt geenerlei moeite van schoonmaken, snuiten, ophalen der pit, en, des verkiezende, zou eene geheele menigte dezer lichten te gelijk en in ééns kunnen worden aangestoken; het mist alle onzindelijkheid van vet, van snuitsel, van damp, of dergelijke; geene vonken of spatten van zich gevende, kan het ook niet ligt brand veroorzaken. Allerbijzonderst wordt het ook hier aangeprezen tot groote | |
[pagina 352]
| |
inrigtingen - straatverlichting, van fabrijken, bureaux, koffijhuizen, kerken, oorlogschepen, enz. - ook tot vuurbakens, doordien men inzonderheid de vlam zoo uitgebreid, hoog en sterk kan maken, als men verkiest, - desgelijks tot seinlichten, tot soldeerlampen en dergelijke. Eene stad zou, op deze wijze hare straten verlichtende, en tevens elkeen, die het verkoos, in zijn huis van hetzelve dienende tegen billijke betaling, op eene hoogst onkostbare, ja bijna kostelooze wijze, oneindig beter dan tot hiertoe aan het oogmerk voldoen. Dan, de Heer koning schijnt tevens op het spoor te zijn van eenen toestel, niet slechts voor een of twee vertrekken, maar voor een geheel huis, in diervoege, dat de verlichting uit dezelfde bron met de verwarming voortvloeije, en beiden hand aan hand gaan. Bij dit alles vinden wij geene uitvoerige beschrijving van den toestel, en de verandering en verbetering, door den Heer koning tot stand gebragt; maar, hetgeen veel belangrijker is, eene naauwkeurige berekening van uitgave en opbrengst, aan het slot zelfs in eene tafel daargesteld, en eene verantwoording tegen de klagten, welke bij het nemen der proeven in het Oude Vrouwen-huis, over onaangenamen reuk, waren gerezen. Wat het eerste betreft: 1 hoed steenkolen a f 36, benevens nog een half ter stoking a f 18, te zamen f 54, geeft een en een half hoed uitgedoofde steenkolen (de massa zich een derde uitzettende) waardig f 50:-, 180 pond teer ter waarde van f 13-10-:, 240 pond liquor ammoniac waardig f 3-15-:, benevens 22400 cubiek-voet gas ter verlichting (bij naauwkeurige vergelijking van deszelfs werking met die eener zekere hoeveelheid kaarsen) waardig f 245-:-; zoodat er eene zuivere winst komt van f 258-:-, waarmede renten en hoofdsom, tot den toestel vereischt, spoedig is betaald. Wat den onaangenamen reuk betreft, dezelve komt voort van het onverbrande gas, dat vóór en na de ontsteking ontsnapt. Dit ontsnappen, echter, is een gevolg, deels van het proefnemen, waarbij, om de werking te doen zien, de lichten meermalen gedempt, en dan weer opgestoken worden, in welk geval kaarsen het nog veel erger zouden maken; deels ontstaat het uit de eenigzins gebrekkige inrigting, waarmede men zich voor eene proefneming te vreden houdt: elk deskundige, althans, ziet gereedelijk in, dat dit ongemak bijna tot o kan gereduceerd worden. | |
[pagina 353]
| |
Ziet daar, Lezers, het kort verslag van een stuk, dat waardig is door u gekocht te worden. De nationale eer, bij de aanmerkelijke verbetering eener zoo schoone uitvinding, en het openbaar en bijzonder belang, sporen daartoe even krachtig aan. Mogt alles hier eenmaal aan de billijke verwachting voldoen! |
|