dit Huis was algemeen. Terstond vertrekken dan ook twee Heeren naar Engeland, om hem dit te boodschappen. Ten spoedigste volgt hij. Men beweegt hem, de Souvereiniteit te aanvaarden. Hij wordt te Amsterdam, vervolgens in 's Hage en elders, daarvoor uitgeroepen. Hij geeft verschillende proclamatien uit, en aanvaardt het roer der regering, tot hiertoe door het Algemeen Bestuur, in zijnen naam, gevoerd. - Dit is de aangename en belangrijke inhoud, opgeluisterd door de schoone staatsstukken, in hun geheel geplaatst, van het eerste gedeelte dezes boekdeels.
Daarop volgt een omstandig berigt van den voortgang der omwentelinge, door het verdrijven der vijanden uit de nog bezette plaatsen. - Muiden gaf zich spoedig aan de onzen over. Briele ontworstelde, na verscheidene tegenheden, zelve aan den vijand. Hellevoet volgde. Oeltgensplaat werd gelijktijdig door de kustkanonniers van Goeree bemagtigd. Ook de Willemstad ging zonder moeite over. Van de Zeeuwsche eilanden, reeds lang in staat van beleg verklaard, en met 27 van Slagtmaand dadedelijk afgesloten, werden Schouwen en Duiveland mede bevrijd, eene Engelsche vloot met de inwoners zelven medewerkende om de Franschen te verdrijven; desgelijks Tholen en Noordbeveland. In Zuidbeveland bleef het fort Bath in handen der Franschen; en had men van hen veel te lijden. Heusden en Geertruidenberg werden ontruimd; ook Breda op het onverwachtst verlaten.
Nu gaat de Schrijver over tot een niet min omstandig verhaal der, minder gelukkige, pogingen tegen de overige versterkte plaatsen. Naarden, de Helder, 's Hertogenbosch, Deventer, Koevorden, Delfzijl, weerstonden ten einde toe, tot groot leed der inwoneren, en inzonderheid van de omgelegen landlieden, schoon het nergens aan moed en opoffering ontbrak, om 's vijands roofzuchtige uitvallen te keer te gaan.
Hierna hervat de Heer bosscha den draad der staatkundige gebeurtenissen. - De Vorst vond veel te herstellen. Geld en manschap was de eerste groote behoef-