De Zwitsersche Robinson Crusoë, of de met vrouw en kinderen gestrande Zwitsersche Predikant. Een Boek tot opscherping van het denkvermogen en vorming van het hart. Uit het Hoogduitsch van J.R. Wijsz. Met Platen. IIde Deel. Te Haarlem, bij F. Bohn. 1815. In 8vo. 364 Bl. f 2-8-:
Wij lieten dit vervolg te lang onaangemeld liggen, bijaldien niet een aantal inmiddels door ons ontvangene boeken en boekjes voor deze vertraging genoegzame verontschuldiging was, ten aanzien van een werkje, waarvan onze leesgierige jeugd zeker onze verdere beoordeeling niet heeft afgewacht, en waarvan het spreekwoord volkomen gelden moet, dat goede wijn geenen krans behoeft. Wij zijn echter onzen lezer de verklaring schuldig, dat dit tweede deel, noch in het onderhoudende, noch in het belangrijke en leerzame, noch in het zedekundige, voor het eerste in het allerminst behoeft onder te doen; terwijl wij geene wezenlijke aanmerking ook nu kunnen maken, dan alleen, dat het eiland van deze gestrande familie verbazend veel oplevert, dat men anders juist zoo niet in dezelfde luchtstreek en in een zoo klein bestek bijeen vindt; zoodat dit eiland, zoo wel als de zoo in en tot alles bekwame predikant, inderdaad eene groote zeldzaamheid is. Dan, wij rekenen het aandringen of te sterk drukken dezer aanmerking te minder edelmoedig, uit hoofde van des schrijvers kennelijk en allezins leerzaam doel.
Toevallig geraakte een Engelsch schip verwaaid in dezen wereldhoek; het zette de boot aan wal; en, om den kapitein ten aanzien van zijne familie en verblijf alhier in te lichten, gaf de predikant zijne aanteekeningen over. Den volgenden nacht sloeg de storm het schip van zijne ankers, en - voor den predikant niet minder, dan voor hem, eene grievende teleurstelling! - het vond het eiland niet terug. Men kan op deze wijze dan de nieuwsgierige vraag der lieve kleine lezers beantwoorden, hoe toch deze geschiedenis wereldkundig werd, daar de familie nog op het eiland is; en tevens de hoop geven, dat de kapitein het eiland zal opzoeken, of een ander schip daar landen, wanneer zij voorzeker nog meer van de hun zoo belangrijke samilie zullen hooren.