rigen zal bekend zijn. Voor zoo veel des noods willen wij echter verklaren, dat dit werk, tot het einde toe even leerzaam en belangrijk, een aantal nuttige lessen en wenken bevat, waarvoor wel menigeen den Schrijver danken zal, indien dezelve worden behartigd. Deze verklaart, dat hij bij zijne landgenooten ook reeds overvloedigen dank heeft ingeoogst. Voorts, dat ten aanzien van het wezenlijke (de afdwalingen en teregtwijzingen) niets, maar ten aanzien der uiterlijke betrekkingen alles, verdicht is. Bijzonder durven wij ook ter lezing aanprijzen de bijlage tot den 154sten Brief. Jonathan en david, of natuur en waarde der Vriendschap, volgens 1 Sam. XVIII:18, 20, 23; zijnde Fragmenten van Leerredenen, over den aard en de waarde van ware Vriendschap.
‘Hebt gij een' vriend gevonden, reken dan ook niet, of hij zoo veel voor u doet, als gij voor hem; zie naauwkeurig om naar elke gelegenheid, waarin gij iets voor hem doen kunt, en verheug u, als gij regt veel doen kunt. Dien hem, niet zevenmaal op eenen dag, maar zeventigmaal zevenmaal, zoo gij kunt. De liefde houdt geen boek over dienstbetooningen: waar boek gehouden wordt, daar is nog geene regte liefde. Alleen wantrouwen kan dikwijls oorzaak zijn, dat ook de liefde rekent; doch dan is zij niet meer gezonde liefde. Doch veroorloof u ook niet dat andere, zoo men wil, edeler rekenen, bij 't welk het ons smart, dat wij niet zoo veel voor den vriend doen kunnen, als hij voor ons doet. Het is immers genoeg, wanneer wij onszelven bewust zijn, dat wij even veel voor hem doen zouden, indien wij konden. “Het is zaliger te geven, dan te ontvangen.” Indien wij dus onzen vriend waarlijk beminnen, dan gunnen wij hem ook deze zaligheid.
Wij moeten ons, ten aanzien van onzen vriend, voor niets zorgvuldiger wachten, dan voor wantrouwen. Het is het gift der liefde, gift voor het hart. Ja wel in den eigenlijken zin gift, 't welk des te erger in het hart woedt, hoe meer liefde er in het hart is; gelijk het gift van eene kwaadaardige krankheid de gezondste, sterkste ligchamen op de vreesselijkste wijze aanvalt. Waar wantrouwen is, daar ziet men niet meer met gezonde oogen, hoort niet met gezonde ooren, voelt niet met gezonde harten. Voorstellingen der inbeelding worden daadzaken; dingen zonder allen zamenhang