heid, zoo oneindig hoog boven alle Wijzen dezer wereld stond? Hij sprak alŝ magthebbende, en niet als de Schriftgeleerden, - ook niet als de Philozofen.
Bl. 75. De hier vermelde Anecdote kan niet van eduard, wel van richard den III zijn, gelijk ieder, die in de Engelsche geschiedenis niet onbedreven is, terstond gevoelt. Misschien is het eene drukfout.
Bl. 78. Wees eerlijk en vertrouw niemand! Wordt deze afgezaagde, doch daarom niettemin door en door valsche, egoïstische, menschenhatende spreuk hier ook al aangeprezen, als de taal der wijsheid? Dit hadden wij niet verwacht.
Bl. 79. De neef van dezen Koning (ptolemeus), moet zijn: vader.
Bl. 88. Koning Don emanuel. Deze regeerde anderhalve Eeuw vroeger. Lees: Don jozef. De naam atougvia schijnt ook althans verkeerd gespeld te zijn.
Bl. 94. Wat kan ons de krankheid ontrooven? Veel! zeer veel! Zoo men dit verbloemen wil, maakt men zich van stoïsche overdrijving, ten behoeve van zijn stelsel, verdacht.
Bl. 110. De kluchtige Anecdote van tycho brahé, die in een tweegevecht zijnen neus verloor, (een bijna voorbeeldelooze houw!) en er zich een' van goud en zilver, dien hij met lijm deed vasthechten, voor aanschafte, voegt minder in een boek van deze ernstige stemming.
Bl. 154. Dat cervantes (niet servantes) en spencer letterlijk van honger gestorven zouden zijn, komt ons twijfelachtig voor. Van butler is dit bekend.
Bl. 155. Stomper, liever hals, domoor, (van Stümper.)
Bl. 160. Cyriacus; moet zijn, cyrillus.
Bl. 197. Het rijpe zaad. Wanneer is het zaad rijp? en wanneer kan men er door rijden? Dit woord getuigt van Hoogduitschen oorsprong. Het is, die Saet; het te veld staande koren.