dering, verzen en schulden. Zijne verzen waren tamelijk slecht, maar zijne schulden waren des te beter gemaakt; en, om deze te betalen, nam hij, zonder daarom van beginsels te verwisselen, toevlugt tot dat hulpmiddel, hetwelk de 20ste van Lentemaand zijner Familie beloofde. Naauwelijks was hij aangekomen, of hij begon daaraan te arbeiden. Ten bewijze diene de zonderlinge brief van den Minister der Finantien aan den Keizer, en het nog zonderlinger besluit, daarop genomen. ‘Sire!’ dus luidde de eerste: ‘Zijne Keizerlijke Hoogheid, de Prins lucien, verlangt de onverwijlde ontzegeling van onderscheidene gedeelten van het Koninklijk Paleis; alsmede, dat de meubelen, daarin vervat, zoo ook de wijnen, zich in de kelders bevindende, te zijner beschikkinge worden gesteld.’ - Zijne Majesteit gaf zijne toestemming, onder eene voorwaarde evenwel, welke ten blijk verstrekt, hoe dit groot Genie alles omvatte, en zelfs de minste bijzonderheden geenszins uit het oog verloor: ‘Onze Grootmaarschalk zal de helft der wijnen doen storten in de kelders des Keizers. In het Paleis van het Elyseum, den 20sten Mei 1815. Geteekend: Napoleon.’ - Deze order veroorzaakte een zeer levendig geschil. Prins lucien wilde er geene flesch van missen; en buonaparte begeerde volstrekt de helft. In de gesteldheid, waarin zijne Majesteit zich bevond, waren de kleine voordeeltjes gewis niet te versmaden; en alzoo had ten laatste de deeling werkelijk plaats.