Zwijg, zwijg! Ik heb altijd een' schrik gehad voor zulk een' dood, en er mij steeds voor gewacht, zoo veel ik kon. Zie slechts het harnas, dat ik, alleen tot dat einde, sedert jaren draag over mijn gansche lijf, hoe zeer het mij andew ook tot last verstrekt.
Maar welke? Allen veroorzaken zij smarten.
Daar is het Opium; maar deszelfs gebruik heeft zijne zwarigheden....
Men zegt, dat stierenbloed -
(Met afkeer:) Weg daarmede!
Ondertusschen stierf themistocles op die manier, en uwe Majesteit geleek dien grooten man voor 't minst in één opzigt... Maar, uwe Majesteit houdt misschien meer van menschenbloed?...
Ongetwijfeld; maar dat doodt niet; anders toch ware ik reeds lang een lijk geweest.
Behaagt u het levenseinde door middel van waterstof-, zuurstof- en stikstof-lucht, onderling verbonden?
Het schort de werking der longen op, en maakt op eene korte en bondige wijze een einde aan het bestaan.
En hoe gebruikt men zulks?
Door zich een' steen om den hals te doen, en zich in de rivier te werpen.
Dat heet immers, zich verdrinken?
Wel, waarom noemt gij de dingen niet bij hunnen naam?
Verschooning, uwe Majesteit! Wij Apothekers vermommen altijd de geneesmiddelen een weinig; en, niet ongelijk aan ervaren Staatkundigen, verzilveren wij de pil, om den weerzin der patienten tegen het slikken derzelve te voorkomen.
En is dat nu alles, wat uwe kunst mij heeft aan te bieden?
Men kan desgelijks de Natuurkunde raadplegen; zij heeft zoo vele hulpmiddelen!
Het eenvoudigste zou zijn, uwe Majesteit te onderwerpen aan de wet der zwaartekracht en van het gewigt der ligchamen: dit schijnt nagenoeg onfeilbaar.