| |
Olivia, of de moeder naar de mode.
Wanneer men met de vereischte aandacht in aanmerking neemt, dat de zwakkere kunne een' zeer belangrijken invloed in de Maatschappij bezit, waardoor zij of hare grootste zegening of bittersten geesel kan zijn, moet men zich verwonderen, dat derzelver opvoeding niet geheel anders, dan zulks gewoonlijk geschiedt, geregeld wordt. Eene vrouw, het zij zich in de betrekking van dochter, zuster, huisvrouw, of, laatstelijk, in die van moeder bevindende, kan, volgens de wijze, waarop zij hare pligten vervult, haar huisgezin luister bijzetten, of met schande bedekken; ja, zoo zij moeder is, en dwaalt, is het maar al te waarschijnlijk, dat haar verderselijk voorbeeld ook haar kroost bevlekke, en in de kinderlijke beezems de pas ontluikende zaden van deugd
| |
| |
verstikke. Dit zoo zijnde, is het ongetwijfeld van het grootste aanbelang voor huisgezinnen en de Maatschappij in het algemeen, dat een wezen, hetgeen zoodanig een' invloed bezit, door eene zorgvuldige, zedelijke en doelmatige opvoeding, bekwaam worde gemaakt tot de vervulling dier gewigtige pligten, die onafscheidbaar aan haren stand verknocht zijn.
Wanneer de opvoeding van een meisje een' aanvang neemt, onderwijst men haar gewoonlijk, eene kamer met bevallig heid in te treden, modische liedjes te zingen, het piano of de harp kunstmatig te bespelen, en in meer andere begaasdheden, sommige nuttig, andere geheel het tegenovergestelde. Doch, helaas, al te dikwerf, terwijl men de uiterste moeite heeft aangewend om het uitwendige een allerschitterendsten glans te geven, wordt het inwendige (van welks vorming alle hare uitzigten in eene betere wereld afhangen) zorgeloos ontbloot gelaten van die hoedanigheden, die de grootste bekoorlijkheid van het huisselijk leven zijn! Wij hebben het niet altoos in onze magt, blinkende talenten ten toon te fpreiden; doch de min glansrijke, schoon meer nuttige, deugden storten een' bestendigen straal van waren luister over de uren uit, die men ver van het gewoel der wereld doorbrengt. Welke waarde heeft eene vrouw, die, schoon zij de beminnelijkste in een gezelschap schijnt, of allen, die haar hooren zingen of spelen, betoovert, haar huishouden niet weet te besturen, de harten van hare kinderen te vormen, of de huisselijke pligten te vervullen? Ik zal deze vraag beantwoorden door de vertooning van het volgende karakter, getrokken uit het gemeene leven.
Olivia vereenigde met eenen vorm, geschapen door de Bevalligheden, gelaatstrekken, regelmatig schoon. Hare stem, zelfs in dagelijksche gesprekken, was eene volkomene melodie. Wanneer zij zong, of goddelijke toonen afdwong aan het speeltuig, waren nijd en laster zelfs tot bewondering genoodzaakt. Danste zij, elke beweging van hare Engelen-gestalte was bevallig. Hoe juist haar smaak, hoe schitterend hare gesprekken! Schreef zij, waar genie scheen steeds hare pen te besturen. Dit, en nog meer dan dit, was de aanbiddelijke olivia; doch, terwijl men deze voorbeeldelooze volmaaktheid aan hare uiterlijke hoedanigheden gegeven had, waren de meer belangrijke, schoon min blinkende, vergeten gebleven. Het is waar, olivia ging geregeld ter kerk, las
| |
| |
somtijds eene bladzijde in den Bijbel, en deelde zelfs, wanneer zij daartoe werd uitgenoodigd, hare liefdegift met eene bijzondere bevalligheid uit; maar dit was de geheele uitgestrektheid harer denkbeelden van zedelijke verpligtingen. De armoede en ellende na te sporen, die zorgen tot derzelver verzachting te gebruiken, welke dikwerf noodiger zijn dan enkele hulp met geld, maakten geen gedeelte van hare beoefeningen uit. Olivia, alleen geschikt om in het openbaar te schitteren, was van geene waarde in de eenzaamheid, en beminde ze daarom ook niet. Aangebeden, gevleid en geliefkoosd, is het te verwonderen, zoo ijdelheid in haar hart opwelde, en alle edel gevoel verdoofde? Kon de afgod eener menigte van bewonderaren zich afzonderen, en eene zieke vriendin in hare eenzame kamer gaan vertroosten? Moesten hare glansrijke talenten verloren gaan in de vervulling der verachtelijke pligten van het huisselijk bestuur? Zouden hare sneeuwwitte handen en fraaije vingeren, die, wanneer zij over de snaren der harp zweefden, aller harten betooverden, gebruikt worden tot het gereedmaken van den gezondheid-herstellenden drank? Neen! - Dusdanig sprak de bedrogene moeder van olivia. Helaas, deze bedriegelijke, doch te algemeene grondbeginselen veroorzaakten het ongeluk van haar kind, en deden hare eigene grijze haren met onuitsprekelijke droefheid ten grave dalen!
In den ouderdom van achttien jaren, in den vollen bloei van hare schoonheid, werd olivia door henry naar het altaar geleid. De bekoorlijkheden van zijne vrouw, en de zelfvoldoening van haar aan eene menigte van aanbidders ontrukt te hebben, deden henry zich als den gelukkigsten der menschen beschouwen. Doch, nadat eenige maanden waren voorbij gerold, en de eerste gloed der driften eenigermate was bekoeld, gevoelde henry een verlangen om zich voor eenigen tijd van het gewoel des stedelijken levens af te zonderen. Hiernaar wilde nogtans de beminnelijke olivia geen oogenblik hooren. Hoe! zou men haar het gezelschap harer dierbare, bewonderende vrienden, de tooneelen, die zij bestemd was te versieren, doen verlaten, om haar in eene afzondering te voeren, die haar afgrijselijk toescheen! Dit, zoo niet de woorden, was ten minste de geest van olivia's antwoord op het verlangen van henry; doch hare weigering werd nog op die betooverende wijze uitgedrukt, welke het eerst het
| |
| |
hart van henry had gewonnen, en de Liefde zwaaide nog zijne toorts over het jeugdige paar, schoon hij, als tot het vertrek gereed, reeds zijne vleugelen begon te klappen.
Hoewel henry zich in zijne eerste hoop teleurgesteld vond, werd hij weldra door een' nieuwen band meer dan ooit aan zijne vrouw verknocht. Een pand hunner liefde zette het aanzijn des jeugdigen vaders een nieuw en teeder belang bij; doch ook hier wachtte hem teleurstelling. Hij was onredelijk genoeg om te verwachten, dat eene moeder moedfr zou zijn; doch olivia, reikhalzende om tot hare gewone tijdverdrijven terug te keeren, vertrouwde haar kind eener huurlinge, eener voedster toe! Dit trof henry ten uiterste. Hem had nog steeds de hoop gestreeld, dat zijne vrouw, moeder geworden, de maagdelijke ligtzinnigheid zou hebben vaarwel gezegd; en met het vurigste verlangen had hij dit oogenblik te gemoet gezien, denkende dat olivia alsdan, door de teederste moederlijke zorgen bezig gehouden, een leven van verstrooijing zou laten varen, hetwelk hij meer verdragen dan goedgekeurd had. Te vergeefs deed hij haar deswege voorstellingen; in het eerst schertste zij met zijne aanmerkingen, doch ziende dat hij aanhield, weigerde zij zijne billijke begeerte met de hevigste uitdrukkingen der verontwaardiginge. De huwelijksgeschillen liepen toen hoog; en henry bevond, dat, hoewel hij eene schoone vrouw, met veel talenten begaasd, had verkregen, hij geen hoogen prijs uit Hymens loterij getrokken had. Evenwel, schoon hij olivia minder vereerde, en zijne Godin voor hem in een sterfelijk wezen was herschapen, zoo beminde hij haar echter nog; en wanneer de toenemende ligtzinnigheid van haar gedrag zijne borst een' zucht deed ontglippen, het bijtende er van werd verzacht door de beschouwing van hare verrukkelijke gestalte; en hij bleef zich vleijen, dat het oogenblik nog komen zou, waarin zijne schoone beuzelaarster, van de wereld verzadigd, alles worden zou, wat hij haar wenschte te zijn. De zaken waren in dezen staat,
toen eene heftige koorts den jongen eduard aangreep.
Geneeskundige hulp werd spoedig ingeroepen, en de bedroefde vader vloog naar de kamer zijner vrouw, om haar het treurige nieuws mede te deelen. Hij vond haar, zich aankleedende voor een maskerade-bal, en maakte haar den toestand van hunnen zoon op eene teedere wijze bekend. Olivia
| |
| |
scheen er door getroffen te zijn, en vroeg, of men om een' Geneesheer gezonden had; er bijvoegende: ‘Vrees niet, henry! Ik wed, het zijn slechts de tanden. Ik zal hem komen zien, voor ik uitga.’ - ‘Gij zijt toch niet van voornemen,’ riep henry, ‘naar het bal te gaan, terwijl ons kind zoo ernstig ongesteld is? Ik heb u zeker geheel verkeerd verstaan, olivia!’ - ‘Gansch niet,’ antwoordde zij op een' lossen toon; ‘gij hebt om behoorlijke hulp gezonden; mietje is eene voortreffelijke min, en wat zou ik met mogelijkheid kunnen uitrigten door te huis te blijven? Bovendien, Mevrouw arden ontvangt geene weigeringen, en ik moet gaan.’
Henry was juist gereed, om haar met meerder nadruk, dan hij immer gedaan had, te antwoorden, toen hare moeder binnentrad, Zij was ten uiterste ontsteld bij het vernemen van de ziekte haars kleinzoons, en verklaarde, dat zij bij hem wilde blijven, tot dat hij geheel beter zoude zijn; doch toen henry haar verzocht, haren invloed op olivia aan te wenden om haar te huis te doen blijven, kreeg hij, tot zijne even groote droefheid als verbazing, van Mevrouw mortimer ten antwoord, dat zij geen de minste reden zag, waarom hare dochter haar voorgenomen bezoek niet zou afleggen; zij zou zorg dragen, dat het lieve kind behoorlijk werd opgepast - meer kon er niet gedaan worden, al ware ook olivia tegenwoordig: buitendien, hoe zou eene jonge Dame, gelijk hare dochter, een kind weten te behandelen? Dit, en nog veel meer, werd aangevoerd door de dwaze en al te toegevende moeder, en henry onderwierp zich stilzwijgende; doch het gebeurde maakte diepen indruk op hem, en hij begaf zich naar de wieg zijns lievelings, het hart verscheurd door met elkander strijdende gewaarwordingen.
Olivia en hare zwakke moeder kwamen spoedig bij hem. Zij was gekleed gelijk eene Sultane, en nimmer was zij uitgedost geweest op eene wijze, zoo zeer geschikt om hare bevallige gestalte ten toon te spreiden; doch henry aanschouwde haar, voor de eerste maal, zonder genoegen: want de schoone vrouw ging verloren in het beeld der nalatige moeder! Een blik van verontwaardiging op haar prachtig kleed, blinkende van edele gesteenten, werpende, keerde hij zijne oogen tot de wieg, waarin de jonge lijder, in eene stuiptrekkende sluimering, lag uitgestrekt; en, schoon hij geen enkel woord
| |
| |
uitte, sprak zijn gelaat des te nadrukkelijker. Dit, nogtans, werd door zijne vrouw niet opgemerkt, en zij verliet hen weldra, om op een ander tooneel eene geheel andere rol te gaan spelen. Hier, als naar gewoonte, was olivia de ziel der vermaken, en werd geliefkoosd en bewonderd. In den loop van den avond zocht Mevrouw arden eenige leden van het gezelschap uit, om op haar Landgoed bij Richmond een tooneelstuk te vertoonen, De ongelukkige Moeder geheeten, en de rol van Andromache werd de van vreugde vervoerde olivia eenftemmig opgedragen. Den volgenden dag moesten alle de spelers op het Landgoed te zamen komen, en aldaar blijven, tot dat de vertooning zou uitgevoerd zijn. Ten vier ure des morgens kwam olivia te huis, en vernam, in antwoord op haar vragen, dat het kind veel erger was geweest, doch thans in eene sluimering lag, het gevolg van een' slaapdrank, door den Geneesheer voorgeschreven. Mevrouw mortimer was juist heengegaan; maar henry bleef bij de legerstede zijns lievelings.
Olivia stond vroeger dan naar gewoonte op, en spoedde zich naar de kinderkamer. Zij vond haar kind nog slapende, en maakte van de gelegenheid gebruik, om haren echtgenoot hare nieuwe en onbezonnen verbindtenis bekend te maken. Hij hoorde haar met stille verbazing aan: hare verwijdering van den vorigen dag had hij haar half vergeven; maar dit nieuw bewijs van gevoellooze ligtzinnigheid trof hem boven alle beschrijving! Was dit de uitverkorene, van wie hij troost moest verwachten, wanneer droefheid zijn' boezem bestormde? Had hij zijn gansche geluk aan zulke handen toevertrouwd? Zijn hart klopte hevig, naar mate deze overdenkingen bij hem opkwamen, en schoonheid verloor hare bekoorlijkheid voor hem. Hij begreep nogtans, dat het overtollig ware, haar tegen te spreken; en zij, blijde van geen' tegenstand te ontmoeten, verliet hem, om de noodige aanstalten voor hare reis te gaan maken, - en dit oogenblik gaf henry's achting en genegenheid voor haar den doodsteek! - Het is mijn voornemen niet, om in het schetsen van dit karakter te zeer in bijzonderheden te treden; het zij genoeg, te zeggen, dat olivia haar éénig kind der zorge van hare moeder en echtgenoot overliet, (met welken laatsten zij, over zijne bekwaamheid in het zieken-oppassen, zelfs durfde schertsen) en, haar verlangen hebbende geuit, om, ingeval het kind erger werd,
| |
| |
haar zulks te doen weten, zich naar het Landgoed spoedde, om daar weldra in de studie der moederlijke ellende het wezenlijk gevoel van het moederhart te vergeten!
Ten laatste brak de belangrijke dag der vertooning aan. Olivia had middelerwijl twee zeer korte briefjes van henry ontvangen, waarbij hij haar den staat des kinds als zeer afwisselend voorstelde; doch, daar zij geen verlangen aanduidden, dat zij spoedig mogt terugkeeren, zoo troostte zij zich met de hoop, dat het met het kind wel schikken zou; en, gekleed als de edele Andromache, verscheen zij ten tooneele, te midden der luidste toejuichingen. Nimmer was dit moeijelijk karakter bekwamer voorgesteld geworden: de schoonheid van haar gelaat, hetgeen alle hartstogten uitdrukte; de vermengde bekoorlijkheid en waardigheid harer gestalte; de harttreffende melodie harer stem; de kracht en betooverende bevalligheid van alle hare bewegingen, - alles deed den aanschouwer denken, Andromache zelve te zien en te hooren. Wie, haar ziende, zou hebben kunnen gelooven, dat het mogelijk ware, dat de speelster, op hetzelfde oogenblik, dat zij dus, op de roerendste wijze, de ellende eener teedere moeder afschilderde, hare elgene geheiligde pligten verzuimde, en de legerstede van haar stervend kind had verlaten, om dit tooneel voor te stellen? Immers, in dat gedeelte van het Treurspel, waar Andromache haar voornemen aan Cephisa bekend maakt, om met Pyrrhus te huwen, en zich dan van het leven te berooven, en toen olivia de woorden uitsprak: ‘Hij wete, dat ik slechts om hem te redden stierf!’ kwam er een knecht met haast binnen, een' bode aanmeldende, die, met eene dringende boodschap voor haar, uit de stad was gekomen. Haar kind kwam haar terstond met pijnigend zelfgevoel voor den geest; en, zonder zich bij de menigte, die zij door hare schitterende begaafdheden had verrukt, in het geringste te verschooren, vloog olivia naar den bode, uit wiens hand zij (zonder eenige
vragen te durven doen) driftiglijk een biljet van henry trok, alleen deze woorden inhoudende:
‘Zoo olivia verlangt, haren zoon nog levend te aanschouwen, moet zij terstond den brenger dezes verzellen, of zij komt te laat.’
Alle de onderscheidene gewaarwordingen van droefheid, wanhoop en berouw vielen haar aan, terwijl zij dozo nood- | |
| |
lottige regels vlugtig doorliep. Zonder het gezelschap, dat haar thans van alle kanten kwam omringen, of deszelfs bij dergelijke gelegenheden gebruikelijke vertroostingen, eenige aandacht te verleenen, wierp zij zich in het rijtuig, zonder zelfs te denken aan het kleed, dat zij nog aan had. Helaas! zij had de voorstelling der moederlijke ellende slechts verlaten, om de treurige wezenlijkheid te ondervinden, nog verbitterd door de overtuiging der veronachtzaming van den heiligsten harer pligten. Het kind was niet meer!.... |
|