| |
Beschrijving van het gaslicht; met de afbeelding van eenen gaslicht-toestel.
(Uit het Engelsch.)
Nu eenige jaren geleden, werd door zekeren Schrijver de volgende aanmerking gemaakt, sprekende van de groote kosten, welke de verlichting, op de gewone wijze, in uitgebreide fabrijken veroorzaakt: ‘Waar groote menigten van kaarsen gebruikt worden, gelijk in uitgebreide fabrijken, mijnen, koolgroeven enz., zou eene groote bezuiniging ontstaan uit het gebruik van koolstofzure waterstof-gas, hetwelk een schoon, sterk licht voortbrengt, veel zindelijker is dan olie of smeer, en voor weinig of geene kosten. Eene geringe bekendheid met de wijze, om de gassoorten te verkrijgen, zou den eigenaar van koolmijnen in staat stellen, om dit gas te halen uit het koolgruis, dat onder den voet getreden wordt, en zijne koolgroeven daarmede te verlichten, met de meeste veiligheid, en bijna geene kosten. Indien deze manier wierd aangenomen, zouden de werklieden eene veel betere verlichting hebben, dan zij door andere middelen bij mogelijkheid kunnen; duizenden van ponden (sterling) zouden jaarlijks worden bespaard, en de vele tonnen talk, die nu verbruikt worden bij deze onderaardsche werkzaamheden, zouden te bezigen zijn tot het bereiden van zeep,
| |
| |
hetgeen strekken zou om den prijs van dat noodzakelijk artikel te doen dalen, en onze armen in staat stellen, zindelijker, gezonder en gelukkiger te worden.’ - Parkes, Chemistry.
Het gas, hier bedoeld, wordt gehaald uit gewone steenkool, en deszelfs aanwending tot verlichting zijn wij verschuldigd aan den Heer murdock. De wijze, om het te verkrijgen, bestaat eenvoudiglijk in het blootstellen van stukken kool, in eene ijzeren retort, aan eene gloeijende hitte: er ontwikkelt zich eene groote hoeveelheid eener olieachtige stoffe, welke koolteer genoemd wordt, en tot verscheidene einden gebezigd; en met dezelve een gas, hetwelk koolstofzure waterstoflucht wordt genoemd; dit, verscheidene malen door het water gehaald zijnde, wordt zuiver verkregen, en brandt met een zeer schitterend licht.
Hetzelve is sedert bijna twintig jaren, bij uitsluiting, gebezigd in de fabrijken van Birmingham en Manchester. Meer dan tien jaren geleden, werd de natuur van dit gas, gedurende eenen aanmerkelijken tijd, vertoond in het Lyceum; en er werd eene poging gedaan, om eene bevoorregte Maatschappij op te rigten tot de uitreiking van deze soort van licht. Men vervoegde zich tot het Parlement; maar, na vele discusslen, bleef de zaak steken. De ondernemers beloofden destijds aan de deelnemers in hun plan ontzaggelijke voordeelen, en er werden metderdaad belangrijke sommen ingezameld. In het tegenwoordig oogenblik bestaan er op zichzelven staande en onafhankelijke Maatschappijen, er zich op toeleggende, om niet slechts fabrijken en winkels, maar alle de straten van Londen te verlichten. De proef is, voor twee of drie jaar, genomen in Westminster; maar een toeval, dat nooit volkomen opgehelderd is, belette, voor eenen tijd, den voortgang.
Ziehier eene korte geschiedenis, en straks wat uitvoeriger verslag, van de kosten en den toestel tot deze belangrijke bewerking.
In het jaar 1792, om welken tijd de Heer mur- | |
| |
dock, van wien wij reeds gesproken hebben, te Redruth, in Cornwall, was geplaatst, als de voorname agent en bestuurder van der Heeren boulton en watts Stoommachines in dat Graafschap, stelde hij eene menigte van proeven in het werk op de hoegrootheid en hoeveelheid der gassoorten, in onderscheidene zelfstandigheden bevat. In den loop derzelven merkte hij op, dat de gassen, door destillatie verkregen uit steenkool, hout en andere brandbare zelfstandigheden, aangestoken zijnde, met grooten luister brandden; en het viel hem in, dat hiervan, door bepaling en leiding in buizen, kon worden gebruik gemaakt, als eene voordeelige plaatsvervanging van lampen en kaarsen. De destillatie werd volbragt in ijzeren retorten, en het gas geleid door vertinde ijzeren en koperen buizen tot eenen afstand van zeventig voet. Bij dezen eindpaal, zoo wel als op tusschenbeiden gelegene punten, werd het gas ontstoken door openingen van verschillende grootte en gedaante met oogmerk om zich te verzekeren, welke meest zouden voldoen. In sommigen kwam het gas door eene menigte van kleine gaatjes, op de wijze van een doorslag of gieter; in anderen sprong het naar buiten in lange, dunne stralen; en wederom in anderen in cirkelvormige, naar het beginsel van argand's lamp. Zakken van leêr en vernist taf, blazen, en bakken van vertind ijzer, werden met het gas gevuld, dat in vlam gezet werd en gedragen van vertrek tot vertrek, met oogmerk om zich te vergewissen, hoe ver het kon ingerigt worden ter verschaffing van een beweegbaar of draagbaar licht.
In 1798 bouwde hij eenen toestel in de Soho-gieterij, welke, gedurende verscheidene achtereenvolgende nachten, gebezigd werd tot de verlichting van het gebouw; als wanneer de proeven op verschillende openingen werden herhaald en op eene grootere schaal overgebragt. Desgelijks werden verscheidene manieren beproefd, om de lucht of het gas te wasschen en te zuiveren, en te ontdoen van rook en reuk. Deze proeven werden voort- | |
| |
gezet, met tijdelijke stremmingen, tot op het tijdstip van den vrede in 1802, wanneer de illuminatie van de Soho-fabrijk gelegenheid verschafte tot openlijke vertooning van het nieuwe licht.
Inderdaad, de luister der gaslichten op Ludgate Hill, Fleetstreet, en andere gedeelten van Londen, zoo als die den 6 Januarij des tegenwoordigen jaars ter bezigtiging gegeven werden, kon niet missen, de aandacht van elken opmerkzamen voorbijganger tot zich te trekken; en schoon ze, sedert eenigen tijd, niet gebezigd zijn, ten einde toestel te maken tot eene aanhoudende verlichting van de straten en huizen der hoofdstad, twijfelen wij geenszins, of zij zullen in het vervolg algemeen gebruikt worden, bij voorkeur boven olie en smeer. Wij zullen, daarom, thans eenig verslag geven van des Heeren murdock's berekeningen, betrekkelijk de bezuiniging in eene bijzondere fabrijk, waar zij sedert eenige jaren in bestendig gebruik zijn geweest. Wij bedoelen de Katoenfabrijk der Heeren philips en lee, te Manchester. Alle de vertrekken van dezen katoenmolen, welke een der uitgebreidsten is in het Koningrijk, zoo wel als de kantoren, pakhuizen en het bijgelegen woonhuis, worden verlicht met gas, uit steenkool gestookt. De hoeveelheid van het gebezigde licht, gedurende de uren dat het brandt, is berekend ongeveer gelijk te staan met het licht van 2500 gegoten kaarsen, van zes in een pond, ieder der kaarsen, naar berekening, 4/10 van eene once talks in het uur slijtende. De steenkool, zegt de Heer murdock, wordt gedestilleerd in ruime ijzeren retorten, welke, gedurende het wintersaizoen, bestendig aan den gang worden gehouden, uitgezonderd gedurende den tijd der vulling; en het, uit dezelven opklimmende, gas wordt geleid, door ijzeren pijpen, in groote bewaarbakken of gazometers, waar het gewasschen en gezuiverd wordt, alvorens door andere pijpen, grooten (hoofdbuizen) genaamd, naar den molen geleid te worden. Deze grooten verdeelen zich in een aantal takken, vormende in het geheel
eene leng- | |
| |
te van verscheidene mijlen, en nemende af in omvang, naarmate de vereischte hoeveelheid gas, die passeren moet, kleiner wordt. De branders, waarin het gas verteerd wordt, zijn met de boven gemelde groote of hoofdbuizen vereenigd door korte buizen, elk van welke voorzien is van eene kraan, ter regeling van den toevloed van het gas tot elken brander, en het geheel af te sluiten, wanneer vereischt. Deze laatste bewerking kan ook oogenblikkelijk verrigt worden voor alle de branders in een vertrek, door het sluiten van eene kraan, waarvan elke hoofdbuis is voorzien, bij derzelver ingang in het vertrek.
Er zijn twee soorten van branders; de eene naar het beginsel van de Argand-lamp: de andere is eene kleine kromme buis, met een konisch uiteinde, hebbende drie ringswijze openingen of gaten, van ongeveer 1/30 duim diameter, alzoo geplaatst, dat het gas straalswijze voortspringt, in de gedaante van eene lelie. Het getal der branders, in alle de gebouwen gebruikt, beloopt 271 Argands en 683 anderen, elk der eersten een licht gevende gelijk aan dat van vier kaarsen, en elk der laatsten een licht gelijk aan twee en een vierde der zelfde kaarsen.
Aldus geregeld, vereischen de vermelde gezamenlijke branders in het uur eenen toevoer van 1250 kubiekvoeten van het gas uit het koolgruis. De tijd, dat het gaslicht gebruikt wordt, mag, het geheele jaar dooreen, worden geschat op ten minste twee uren per dag of etmaal; en hiervoor zal de consumptie zijn 1250 × 2 = 2500 kubiekvoeten gas per dag. Om deze hoeveelheid te verkrijgen, wordt zevenhonderd pond (weight) koolgruis in de retort gevorderd; dit wordt gekocht voor 13½ d. de honderd pond, of acht (Eng.) schellingen de zevenhonderd pond. Vermenigvuldigd met het getal der werkdagen in een jaar, 313, zal het jaarlijksch gebruik zijn 110 ton (tons), waarvan de kosten komen op £ 125. Hierbij moet gerekend worden 40 ton goede
| |
| |
gewone kolen van tien schellingen de ton, vereischt wordende om de retorten te stoken.
De 110 ton koolgruis, gedestilleerd zijnde, brengt omstreeks de 70 ton uitgedoofde steenkool voort, waardig £ 93. De hoeveelheid teer, uit iedere ton koolgruis, is van 23 à 24 stoop. De rekening vervolgende, brengt de Heer murdock de bezuiniging door het gaslicht, in vergelijking van hetgeen men zich door middel van kaarsen verschaft, tot ongeveer £ 1400 's jaars. Dit is in de vooronderstelling, dat de lichten slechts twee uren per dag branden; maar het voordeel is nog grooter, zoo de lichten voor drie of meer uren in de vierentwintig mogten gevorderd worden.
De Heer accum, in zijn onderzoek der zake in het Huis der Lords, zegt: ‘Op grond van herhaalde proefnemingen, kan ik zeggen, dat een honderd pond Newcastle-kolen van 250 tot 300 kubiekvoeten gas voortbrengen; en met betrekking tot het licht, dat verkregen wordt uit de verbranding dezer hoeveelheid gas, mag ik vaststellen, dat negentien voet van het gas gelijk staat met een pond smeerkaarsen van zes in een pond.’ De Heer accum gaat voort, en zegt: ‘Een honderd pond kolen levert van vier tot vijf pond teer, die waardig is van 33 tot 36 Eng. schellingen het vat (barrel.) 36 Schepels kolen geeft 60 pond pik, waardig 1½ d. per pond; en 36 sch. kolen heeft mij 32 pond essentieele olie opgeleverd, waardig omstreeks de vier guinjes. Met betrekking tot de hoeveelheid jodenlijm uit 36 sch. kolen, ik verkreeg van 28 tot 32 ponden, welke ik kon verkoopen tot £ 9 de honderd pond.’ Bovendien bewijst de Heer accum, dat zijne 36 sch. kolen eene hoeveelheid van Liquor Ammoniacalis opleverde, welke hij tot Carbonas of Murias Ammoniae verwerkte, welker waarde zeer aanmerkelijk was.
Hebbende dus de vorenstaande belangrijke uitkomsten opgegeven, welke op onbetwistbaar gezag schijnen te
| |
| |
berusten, zoo zullen wij nu een verslag geven van eenen eenvoudigen Gas-toestel, gelijk zij zijn ingerigt geweest en kunnen ingerigt worden ter verlichting eener fabrijk, een openbaar gebouw, een dorp, of eene kleine buurschap.
| |
De gaslicht-toestel.
De inrigting van den Gas-toestel zal gereedelijk begrepen worden uit de bovenstaande figuur. Dezelve verbeeldt diens geheele doorsnede in het midden.
A A is eene ijzeren retort, ongeveer drie voet lang en twee voet diameter, open aan het eind B, waaraan, door middel van schroeven, hengsels zijn vastgemaakt; hierin hangt de deur D, en wordt digt gesloten met eene schroef G, in het midden aangebragt.
De kolen, die het gas moeten voortbrengen, worden in de retort gesloten, en het geheel wordt gestookt, tot gloeijing, door een vuur, van onder aangebragt op den rooster 4, de retort geplaatst zijnde in eene soort
| |
| |
van oven of fornuis, zoodat de hitte alle hare deelen omringt, uitgezonderd den mond B, of het gedeelte, waar de kolen worden binnengebragt.
Rondom is de wijdte van dezen oven, en 9 is de damp, gaande vandaar naar denschoorsteen, welks opening geregeld wordt door den kleinen demper (of sleutel) r.
Onder A A is eene plaat van gegoten ijzer, bewarende de retort van aangedaan te worden door de hevigheid van het vuur daaronder, en doende dezelve meer gelijkmatig heet worden.
K K vertoont de pijp van gegoten ijzer, welke alle de vlugtige voortbrengsels van de kool brengt tot den koelbak van gegoten ijzer, k, waarin de teer enz., uit de kool getrokken, bewaard blijft, en waaruit zij kan gelaten worden door middel van de koperen pijp l.
N is eene pijp, welke het gas uit den bak k geleidt naar den top van den cilindervormigen bak of ontvanger P; deze ontvanger is van boven luchtdigt, en bij gevolg brengt het gas het water in den bak P tot één peil met de kleine openingen, rondom deszelfs benedenste randen gemaakt, waar het gas ontsnappen kan, en in bellen oprijst door het water van de kom in den bak of gazometer M, M, M, M.
Deze gazometer is gemaakt van gewerkte ijzeren platen, en is vatbaar om op te rijzen gelijk in de figuur, of neer te dalen ten naastenbij tot eene gelijke hoogte met het bovenste gedeelte van de kom, die het water bevat, wanneer hij natuurlijk bijna vol water loopt; maar hij rijst trapswijze, als het veerkrachtige gas denzelven intreedt door de pijp N, en het water doet wijken; het gewigt p, loopende over de katrollen n n, door de ketting M, m, n, n, W, houdt hem bestendig en in evenwigt.
Er zijn twee ijzeren staven of armen, vertoond in V, V, om de binnenzijde van den gazometer te versterken.
De naden van den gazometer zijn toegelijmd, om ze
| |
| |
luchtdigt te maken, en het geheel is wel geschilderd van binnen en buiten, om voor roest te bewaren.
Het zuivere gas uit den gazometer treedt de buis Y in, door de kleine openingen, in derzelver top gemaakt, en, gaande door de buizen Y, Y, Y en Y, wordt door andere pijpen daaruit geleid naar de branders of lampen, waar het verteerd moet worden.
De branders zijn op verschillende wijzen gevormd; hetzij door eene buis, eindigende in eene eenvoudige opening, alwaar het gas in eenen stroom uitvloeit, en, eenmaal aangestoken zijnde, voortgaat met een aanhoudend en geregeld licht te branden, zoo lang eenig gas wordt aangevoerd: dan weder zijn een aantal zeer kleine openingen gemaakt aan het einde van eene pijp, welke even zoo vele stralen vuurs vormen, en een zeer schitterend voorkomen hebben.
Het gebruik van den gazometer is, evenredigheid te brengen in de uitlating van het gas, dat somtijds sneller uit de retort opkomt dan op andere tijden. Wanneer dit gebeurt, rijst de bak op, om het te ontvangen; en, wanneer de stroom uit de retort vermindert, drijft het gewigt van den gazometer deszelfs inhoud uit; want het balansgewigt p behoort niet zoo zwaar te zijn als de gazometer, ten einde de vereischte drukking plaats hebbe, om het gas in de branders te doen uitstroomen met een' behoorlijken straal. De gazometer der oorspronkelijke Maatschappij in Westminster heeft eenen omvang van 15,000 voet; de Blackfriars Maatschappij heeft twee van 8000 voet.
De overblijfselen, welke in de retort gevonden worden, nadat de bewerking is afgeloopen, bestaan uit zeer uitnemende gedoofde kolen, welke in waarde, voor keuken- of fabrijk-vuren, een aanmerkelijk deel der geheele uitgaaf terug geven.
Wanneer de retort bekoelt, bevat de bak P eene genoegzame hoeveelheid gas, om elke plaats hebbende opslorping te vergoeden, zonder het water in de retort te doen rijzen.
| |
| |
De oprigting van eenen toestel, zoo als die hier beschreven is, zal van £100 tot £150 kosten; en, zoo deszelfs gazometer vijf voet doorsnede bij zeven voet hoogte heeft, zal hij eene toereikende hoeveelheid gas bevatten, volgens vier kubiekvoet per licht in het uur, om veertig uren licht te geven aan eene schitterende Argand-lamp, of vijf uren aan acht lampen; gelijk staande, in uitwerking, met 160 gewone straat-olielampen.
Zulk een gazometer zal, door de destillatie, in de retort gevuld zijn met ongeveer een half schepel, of een vierde van honderd pond, kolen.
Het is gebruikelijk, en voor binnensdeurs-licht is het noodzakelijk, het gas, na het den vergaarbak verlaat, alvorens het den gazometer bereikt, door een vat met kalkwater te laten gaan, om het te ontdoen van allen jodenlijmigen en zwavelachtigen reuk. Dit is niet afgebeeld; maar het laat zich gemakkelijk bevatten, hoe zulks een gedeelte der gemeenschap uitmake. |
|