stellen, die tegen een bepaald uur gereed moest zijn. De predikant voldeed aan dit verzoek, en begaf zich naar de herberg. Als het uw Eerwaarde gelieft, zeide de kastelein; maar voor hoeveel personen moeten wij zorgen? Hoe groot het gezelschap zal zijn, kan ik niet juist bepalen, gaf de predikant ten antwoord; want ik heb er niemand van gezien dan den Deken van Canterbury, den Kanunnik van Winchester, den Prior van Litchfield, den Rector van Orpington, den Vicaris van Romney, en een van 's Konings Kapellanen. Hierop zette de predikant zijne reize voort, terwijl de kastelein een rijken voorraad gereed maakte, en eene geduchte slagting in zijne keuken-menagerie aanrigtte, voor de talrijke gasten, die hij dacht te ontvangen. Toen de Deken aankwam, vond hij eene groote tafel uitgezet, en het tafellaken er over heen gespreid. Wat heeft dit te beduiden? riep hij uit: Gij hebt mij de verkeerde kamer aangewezen; deze is ongetwijfeld voor een groot gezelschap bestemd. Onder uw gunstig welnemen, zeide de kastelein; de predikant singlechurch is hier, ruim twee uren geleden, aangeweest, en heeft mij gelast, dat ik den maaltijd voor uw Weledele gereed zou maken, als ook voor den Kanunnik van Winchester, den Prior van Litchfield, den Rector van Orpington,
den Vicaris van Romney, voor een van 's Konings Kapellanen, en ik weet niet hoeveel andere personen meer. - O! zeer wel, viel de Deken hem in de rede, (die nu den trek, hem gespeeld, volkomen begreep;) ik had den Heer singlechurch moeten verzoeken, om bij mij te blijven, en den maaltijd met mij te houden.