lijke verachting in Engeland. In het kort, ik gelóof, van de duizenden, die zich naar de kust spoedden, was niet één te vinden, wien eene aangename gedachte bezig hield.
Ten laatste, na eene myriade van toevallen, kwam ik te Calais, en ging naar hetgeen het Hotel Royal geheeten had, welke titel, weinige uren vroeger, had plaats gemaakt voor Imperial, de kop van lodewijk XVIII zeer behendiglijk in dien van buonaparte verhanseld zijnde. Ik trad aan den gemeenen haard, en vond hem opgepropt met dames en heeren, ten uiterste verlangende, om, zoodra de wind gunstig werd, naar Douvres te vertrekken. Men zag en hoorde hier niets dan weening der oogen en knersing der tanden. Ieder had eenige grieven, om zich over te beklagen.
‘Welk een verlies heb ik ondergaan!’ zeide een jong kunstenaar: ‘Het is onherstelbaar. Mijne teekeningen naar het antieke - mijn Laocoön - mijne Venus de Medicis - mijn Apollo Belvedere - zijn hopeloos weg.’
‘Uwe Venus de Medicis!’ was de aanmerking van eenen aanzienlijken lichtmis; ‘wat beduidt dat tegen het Operameisje, dat ik heb moeten achterlaten?’
‘Wat is de Apollo Belvedere,’ zuchtte Juffer tiffany, de modekraamster, ‘in vergelijking met mijnen vorigen minnaar, den beminnelijken jean jaques fripon, van de Rue de Fripperie? Ik zal onze scheiding niet lang overleven.’
‘Voor mijn deel,’ antwoordde hare moeder, ‘ik zag nimmer iets aan den snaak te bewonderen. Ik verdeklareer, dat ik hem verdenk, de vijf stukken kant gestolen te hebben, die ik voornemens was mede naar Londen te nemen.’
Nu berstte mijne vrouw in tranen uit, en bejammerde, in zeer hartstogtelijke bewoordingen, het verlies van al haar linnen.
Zij werd in de rede gevallen door eene korte, dikke, roodziende dame, die aanmerkte: ‘Dat verlies kan gemakkelijk hersteld worden, Mevrouw, wanneer gij te Londen komt - maar ik zal nooit het verlies kunnen herstellen van vierentwintig flesschen cordial, welke ik geen middel vond om mede te voeren.’
Eene bleeke, teringachtig uitziende dame klaagde, dat zij verscheiden potten Parijsche bloesem had vergeten - een leeglooper uit Bondstreet vervloekte de overhaasting, welke oorzaak was, dat hij twee paar nieuwelings uitgevonden ma-