Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOp de overwinning van den 18den junij 1815.
Nunc est bibendum; nunc pede libero
Pulsanda tellus. -
horat. Carm. Lib. I. Ode XXXVII.
Neêrlands eedle Dichtrenschaar!
Span verrukt de gouden snaar;
Zing oranjes glorie;
Zing ter eer van 't heldenbloed,
Dat hij voor ons stroomen doet;
Juich, Iö! victorie!
| |
[pagina 420]
| |
Strooi nu bloemen over 't veld,
Vlecht nu voor Europaas Held
Dankbaar eerlaurieren!
Dat de naam van wellington
Schittere als de gouden zon
In uw feestbanieren!
Zing Germanjes grijzen Held,
Die, ten spijt van 't woest geweld,
Trots den last der jaren,
Door zijne onverwinbre vuist
Den Tiran in 't stof vergruist
Met zijne Adelaren!
Wijd de plaats van 't schoon Verbond;Ga naar voetnoot(*)
Wil op dien gewijden grond
Straks eene eerzuil stichten;
Draag zij 't opschrift: ‘Menschdom! leer,
Strijd voor vaderland en eer;
Nimmer zult ge zwichten.’
Doch, hoe ook de vreugde 't bloed,
Met een' lang gedoofden gloed,
Door uw borst moog jagen,
Ach! een traan zij hun gewijd,
Wien, in d'eedlen worstelstrijd,
't Laatste licht moest dagen.
Ja, zij vielen, - doch hun naam
Klinkt, op vleuglen van de Faam,
Langs de verste stranden;
Daar hun ziel, ver boven de aard',
Reeds den lauwerkrans aanvaardt
Uit haars Scheppers handen.
Juich dan, Neêrlands Dichtrenschaar!
Span verrukt de gouden snaar;
Zing oranjes glorie;
Houd zijn' naam in 't hart gegrift;
Schrijf dien met een gouden stift
In de Landshistorie!
D
|
|