Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 203]
| |
De koningin der beide Sicilien.(Naar het Fransch.)
De spoedige dood van Koningin carolina is veroorzaakt door de kwade tijdingen, welke zij ontving ten aanzien der veranderinge van Engelands gezindheid omtrent hare terugvordering des troons van Napels; zij had reeds het verdriet gehad, Oostenrijk ridderordes te zien wisselen met Koning joachim. De Vorstin sloot zichzelve op in het eigen vertrek, waar zij ter wereld was gekomen, en gaf den geest voor de beeldtenis der groote maria theresia. Zij liet zeer verschillende herinneringen na bij hare dankbare vrienden en bij de slagtoffers harer staatkunde; zij had gewis een gevoelig hart, eene weldadige ziel, schoon zij te Napels in 1798 gruwelen heeft doen bedrijven, die de namen van....... voor altijd hebben onteerd;Ga naar voetnoot(*) zij stelde ongelukkiglijk geene palen aan haren haat tegen de deelgenooten der republikeinsche beginselen. Zichzelve gelijk in haar stelsel, bewonderde zij in napoleon het bolwerk van het despotismus; zij verfoeide de Engelsche Constitutie; en toen Lord bentinck den Siciliërs het bevel gaf op de Londensche wijze vrij te zijn, besloot de Koningin zich veeleer in de armen van den Keizer der Franschen te werpen. Hare onderschepte briefwisseling bewezen hebbende, dat zij iets tegen de Engelschen brouwde, hielden dezen haar in zekeren zin gevangen; zij verbrak echter hare boeijen, en begaf zich over Konstantinopel naar Weenen; eene ongehoorde reis voor eene Koningin van zestig jaren. Alvorens met de Engelschen te breken, had zij haren tweeden | |
[pagina 204]
| |
Zoon, den Prinse leopold, met eene uitrusting tegen de kusten van Napels gezonden. De Prins kwam met weinig roems terug; de Koningin begaf zich, in eene ligte sloep, aan boord van het linieschip, dat hem voerde, en rigtte in het openbaar eene rede tot hem van den meesten nadruk. Deze stoute openhartigheid was haar bijgebleven tot het einde haars levens; zij heeft er eenige proeven van gegeven aan de Keizerin maria louiza. Deze Vorstin, hetzij uit smaak of gewoonte, spreekt altijd Fransch; de Koningin gaf zich opzettelijke moeite om Duitsch met haar te spreken, zeggende ‘dat zij hare moedertaal niet vergeten had, gedurende dat zij, niet dertig maanden, maar dertig jaren over een vreemd volk had geregeerd.’ Men verzekert, dat zij den kleinen Prins van Parma nooit heeft willen zien, en dat zij, hem echter hebbende aangetroffen, hem met den naam bestempelde van baviaan. Hare taal was intusschen nog minder krachtig dan hare daden. In 1805, eensslags verlaten door Oostenrijk, Engeland en Rusland, hielp zij zelve de Generaals damas en medici in het ontwerpen van een zeer stout en zeer wel verbonden plan van verdediging tegen de armee van joseph buonaparte; zij deed den Koning vertrekken, en bleef bij het besluit, zich onder de puinhoopen van haar paleis te begraven; doch zij zag zich bovendien door het Napelsche volk verlaten. Hare weldadigheid droeg hetzelfde karakter der geestdrift; zij beroofde zich, om jaargelden aan uitgewekenen te geven, wier trouw zij ondervonden had. Ontmoette zij op de straten van Palermo het H. Sacrament, aan eenen armen zieke gebragt, zij verzelde dikwijls den priester tot in het afzigtig verblijf der ellende, waar zij troost en hulp achterliet. Een oogenblik daarna, kocht zij dolken en pistolen voor het beruchte hoofd van partijgangers fra diavolo, die eindelijk werd gevat op eenen belagchelijken togt, welks oogmerk was, lucien buonaparte op te ligten. Toen men hem te Napels ophing, werd een | |
[pagina 205]
| |
gouden standaard voor hem uit gedragen, welke men zeide door de Koningin zelve geborduurd te zijn. Deze Vorstin had misschien het geluk en den trots eener Duitsche natie uitgemaakt; maar zij regeerde over het ligtzinnigste, het volkaan-achtigste volk van den aardbodem. Toen men in 1798 de Parthenopesche Republiek te Napels had uitgeroepen, schreeuwde het gemeen: Morte al rè tiranno! viva il popolo sovrano! In 1802, bij de terugkomst des Konings, dacht hetzelfde gemeen zijne getrouwheid niet beter te kunnen doen kennen, dan al schreeuwende om 's Konings koets: Viva il rè tiranno! morte al popolo sovrano! De Napelsche troon is steeds te digt bij den Vesuvius. |
|