| |
| |
| |
Iets, over het gebruik van de digitalis purpurea (rood vingerhoedskruid) in de hydrops, of waterzucht. Door P.W. Keuchenius, Med. Doct. te Schoonhoven.
Onder de ziekten, die den mensch het zwaarste folteren, en bijzonder dikwerf op onzen vaderlandschen bodem zich vertoonen, behoort voorzeker de Hydrops, en derzelver bijzondere wijzigingen of soorten.
Het is hier geenszins ons oogmerk, eenigzins te treden in een meer- of minder uitvoerig onderzoek omtrent de natuur dezer ziekte, en nog minder, het rijk der hypothesen met eene nieuwe te vermeerderen, neen! ons doel is alleen, het Geneeskundig Publiek van nieuws opmerkzaam te maken op een middel, dat ons in deze wreede ziekte herhaalde reizen de uitstekendste diensten bewezen heeft, en ons alzoo tot deze mededeeling noopt.
Het is buiten kijf, dat de Digitalis purpurea weinig in deze ziekte gebezigd wordt, niettegenstaande den grooten lof, (om slechts een paar Mannen van klassisch gezag uit onze Landgenooten te noemen) door de Hoogleeraren voltelen en ypey aan dezelve gegeven; van welken de laatste, ten blijke van haar bijna wonderdadig vermogen, getuigt, dat men op derzelver gebruik soms den onderbuik moet omzwachtelen, even als na eene volbragte Paracenthesis; zoo snel en gelukkig is soms hare werking. Bij den Hoogleeraar voltelen vindt men eene lijst van verschillende Geneeskundigen, bijzonder Engelschen, die het gebruik van deze plant ten sterkste aangeraden hebben; men zie Pharmacol., pars 2, pag. 365: onder deze wordt ook opgeteld eene Verhandeling van den zoo verdienstelijken Rotterdamschen Geneesheer h. van den bosch, welke ik, tot mijn leedwezen, niet bezittende, niet heb kunnen vergelijken. Onder de
| |
| |
Buitenlanders zie men, hetgene de Hoogleeraar joseph frank van dit middel getuigt, en zijne Act. Instst. Clin. Wiln. ann. 1. pag. 114 et seqq., en horn, Handbuch der Practische Arzneymittellehre, pag. 493 et seqq. Bijzonder wordt alhier dit middel aangeprezen in de Mania: ook ik heb dit middel daartegen beproefd, maar ik moet bekennen met geen de minste goede gevolgen; edoch was bij mij de Mania gevolg van Apoplexie; ik verwachtte dus, om redenen, hier niet in 't breede te vermelden, weinig goeds van 't zelve, maar heb mij, om dit nog met een woord aan te merken, met het beste gevolg van de Electriciteit bediend; mede een middel, dat tegenwoordig minder wordt aangewend, dan wel voor onze kunst te wenschen ware.
Het is zekerlijk de vireuse natuur van deze plant, die de meesten onzer Geneeskundigen van derzelver gebruik tot hiertoe meestal heeft terug gehouden; dan, wien is het onbekend, dat het juist in die ziekten is, die door en van zichzelve het minst tot den normalen staat der gezondheid terugkeeren, dat men de meeste hulp bij de zoogenaamde Venena vindt: het zijn juist deze, die, door eene bijzondere, ons geheel onbekende kracht, den abnormalen toestand van ons dierlijk organismus schijnen te kunnen te regt brengen: het is dus juist hier, dat de Geneeskunde zich in hare schoonste kracht vertoont, en het onderscheid blinkt tusschen den heilloozen Gifmenger, die op zijnen sluipweg het leven verwoest, en den geoefenden Arts, die den gefolterden mensch van zijne kwalen verlost. Met de noodige voorzigtigheid gebruikt, heb ik nimmer eenige kwade gevolgen van dit middel bespeurd, of, zoo al eenige verduistering der oogen, ligtheid in 't hoofd, duizeligheid, en wat dies meer zij, zich opdeed, dezelve dadelijk doen ophouden, door het Aq. Menth. pip. met eene dosis van de AEth. sulph. alcoh., ter zijde stelling van het geneesmiddel voor 't oogenblik, en vermindering der dosis daarna: gewoonlijk verbind ik
| |
| |
reeds genoemde middelen aan het gebruik dezer bladen, vooral wanneer de gevoeligheid der maag reeds bij zachtere middelen, als daar zijn de verschillende praeparaten der Squilla, mij de strengste voorzigtigheid gebood. Bij sterkeren laat ik slechts eene zuivere infusie van de folia Digitalis purpurea gebruiken, met bijvoeging van een weinig Rad. Liquir. voor den smaak; zelfs bij volwassenen begin ik met 1½ scrupel, als b.v.
℞ Fol. Digit. purpur. recent. sicc. ℈ iβ
Rad. Liquir. consc. Ʒij
Inf. l.a. ad col. ℥xii
Adde colat.
AEth. Nitr. alcoh. Ʒij
m.d.
S. om de 2 uur een kopje.
Ik behoef niet aan te merken, dat de AEth. een zeer goed diureticum is; dan het is bovenal als cardiacum, dat dezelve alhier aanprijzenswaardig is.
Men klimme, naar bevind van omstandigheden, in de dosis van de Digitalis op, en, is 't noodig. kan men het in weinig tijds tot 2 à 3 drachma's brengen. Vreest men de gevoeligheid des patienten, zoo klimme men niet zoo hoog met de Digitalis, maar vereenige dit middel met andere gewone; bijzonder goede diensten zal men ontwaren van de Baccae Juniperi. Voldoet het middel aan het oogmerk, en zien wij de ziekte, onder 't gebruik deszelven, dagelijks verminderen, zoo vermindere men insgelijks de dosis, en men sluite de cuur met zachte stomachica en roborantia; bijzonder dienstig hiertoe heb ik den Vinum amarum bevonden, welke ons in de gelegenheid brengt om eene voedende dieet voor te schrijven. In alle de verschillende soorten der Hydrops heb ik dit middel uitnemend bevonden, zelfs in den Hydrocephalus van een zesjarig knaapje, bij 't welk de drukkendste toevallen door dezelve sterk verminderd zijn, schoon ook
| |
| |
in dit geval geene volkomene genezing kon daargesteld worden. Hetzelfde moet ik zeggen van die gevallen, waarin ik de Hydrops pectoris vermoedde, waarvan de diagnosis intusschen altoos zeer moeijelijk blijft. In de Hydrops anasarca heeft dit middel in verscheidene gevallen de volkomenste genezing daargesteld; hetzelfde mag ik getuigen van de Ascites. Soms, gelijk men dit meermalen bij de Hydrops waarneemt, wordt wel door dezelve de ziekte verdreven, en toch verliest men den patient, en wel gewoonlijk door tabes of atrophia: men zij dus voorzigtig in de prognosis, ook wanneer het water snel vermindert, en de zieke overigens schijnt te beteren; het eerste, de tabes dorsalis namelijk, is mij voorgekomen voornamelijk het geval te zijn bij die genen, die door misbruik in Venere en Baccho in dit euvel vervallen waren; het laatste bij oude lieden, vooral vrouwen, hetgeen men immer te duchten heeft, wanneer men ziet, dat de eetlust vervalt, en weinig of bijna in 't geheel geene spijzen worden begeerd of genuttigd; hierin heb ik ook bijzonder eenig diagnostisch onderscheid tusschen de twee genoemde ziekten bevonden, dat anders zeker niet groot is: bij de tabes dorsalis, namelijk, blijft soms eenige eetlust. Het komt alhier niet te pas, het oorzakelijke van deze treurige verschijning op te geven; genoeg zij het, op dezelve opmerkzaam te hebben gemaakt, opdat niet, door eene aanvankelijke beterschap verschalkt, de Geneesheer zijnen zieken het leven belove en soms onverwacht de dood in de plaats kome, en men dus stoffe geve aan onze Fransche naburen tot spotten met onze kunst: zeker durf ik stellen, dat dit in allen gevalle het gewrocht niet is der Digitalis, daar dit verschijnsel dikwijls gezien wordt dáár, waar geen grein van deze bladen gebruikt is; het
voldingendst bewijs, dat men verlangen kan. Wat de voorspelling aangaat, alles komt hier aan op den zoogenoemden praktischen zin van den Arts; eene onmededeelbare hoedanigheid, die alleen aan het ziekbed kan verkregen worden, en ons
| |
| |
daar reeds iets doet vermoeden, hetgeen onze zintuigen nog niet duidelijk kunnen waarnemen. Tot leiddraad strekke hier toch vooral de hoedanigheid van den pols, die, gelijk van elders bekend is, immer door dit middel vermindert in snelheid; blijft deze snel en klein, zoo zij men voorzigtig in zijne uitspraak, niettegenstaande de zieke de meeste beterschap gevoele; dit komt alleen door het aangenaam gevoel van verligting, dat dezelve bespeurt van 't mechanisch gewigt der vloeistoffe, die door 't gebruik dezer plant wordt afgedreven. Voorts geven ons de beginnende verschijnselen van indigestie en atrophie alsdan genoegzame treurige zekerheid.
Ik zal den geneeskundigen Lezer alhier niet vermoeijen met de opgave van verscheidene historiae morborum, dit stuk rakende; de ziekte komt menigvuldig voor; men zie en beproeve dus zelf. Aardig en juist ter snede brengen de geachte Schrijvers van Hippocrates Magazijn het zeggen van harles bij, dat eene bloote en eenvoudige ziekte-beschrijving op niets meer aanspraak kan maken, dan op de waarde en het belang van eene amusante Geneeskundige Nouvelle; men zie D.I. St. 1. bl. 45. Wanneer ik door de mededeeling van de resultaten, die voor mij uit dezelve zijn voortgevloeid, eenige mijner Kunstgenooten, die met mij het dikwerf zoo moeijelijke pad der Praktijk bewandelen, mogt hebben aangemoedigd tot het vrijmoediger gebruik van deze inlandsche plant, die des zomers menigvuldig in onze tuinen wast, en hierdoor tot het te hulp komen van éénen armen waterzuchtigen lijder mogt hebben medegewerkt, zal ik mijn oogmerk volkomen bereikt hebben. |
|