Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 180]
| |
't Zal mij, 'k weet het, niet gelukken,
En ook durf ik 't niet bestaan,
Om den krans van lauwerblaân
Bacchus van de kruin te rukken.
Neen, geen dichter, puik der Goôn!
Weigert u de lauwerkroon.
Sierden vaak de lauwerblâren
Bacchus kruin met edlen zwier
Door de dichterlijke lier,
Thans span ik voor u de snaren,
Dierbre gift van Phebus hand,
Nektar van het Morgenland!
Als, met rijkbeladen kielen,
Neêrlands vrije watervlag
Weer de schatten brengen mag,
Die den handelgeest bezielen,
Dan, dan rijst uw lof aan 't strand,
Nektar van het Morgenland!
Zegt mij, vaderlandsche schoonen!
Juicht uw hart niet willig meê,
Als die galm rijst aan de ree?
Voegt ook gij geen vreugdetoonen
Bij den lofzang van het strand,
Voor dien schat van 't Morgenland?
Zegt mij, denkt ge aan de oogenblikken,
Toen ge een' dierbren echtgenoot
't Geurig teugje nektar boodt,
Waar gij hem meê mogt verkwikken,
Daar hij van den arbeid poost
Voor zijn gade, voor zijn kroost;
Zegt mij, als gij in zijne oogen
Dan het vergenoegen ziet,
Dat hem 't geurig teugje biedt,
Roept gij dan niet opgetogen
Met den lofzang van het strand:
‘Heil dien schat van 't Morgenland!’
| |
[pagina 181]
| |
Vrienden! ziet ge in 't bronnat zieden
't Puik van Indus kruidwarand,
Daar ge een maagdelijke hand
Of een gade 't u ziet bieden,
Roept ook gij niet juichend uit:
‘Heil dien schat, dat tooverkruid!’
Maar ook gij, Apollo's zonen!
Menig vonkje van uw vier,
Menig klankje van uw lier,
Menige aandrift in uw toonen
Wijt gij aan den invloed dank
Van dien Morgenlandschen drank.
Ga naar voetnoot(*) Hoofd van Neêrlands boschkoralen!
Neen, ik wijs den drank niet af,
Die u kracht tot zingen gaf.
Durft gij op dien nektar smalen?
Menig, menig dichtvuursprank
Dankt ge aan Mokka's tooverdrank.
Blijft dan, schatten, blijft dan groeijen;
Nimmer worde uw zoet veracht;
Zoo, zoo doe uw tooverkracht
Dichtvuur, Liefde en Handel bloeijen,
En men galm' van allen kant:
‘Heil dien schat van 't Morgenland!’
Dec. 1814.
J.B.....a.
|
|