Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
De vroegere levensjaren van Napoleon Buonaparte.(Naar het Fransch.)
Toen de Marquis de vaux zich van Corsika meester maakte, vermoedde hij weinig, dat zijne verovering oorzaak zijn zou van den dood van zes millioenen Europeanen, en dat het kind van een burger diens Eilands, uit weldadigheid in eene militaire school zijns Souvereins opgevoed, tot Keizer zou worden gekroond, en alle Koningen willen onttroonen! Karel buonaparte, de vader van napoleon, had zijne regtsgeleerde studiën volbragt te Rome, waar hij tot Advocaat werd bevorderd. Te Ajaccio terug gekomen, huwde hij Mejufvrouw laetitia ramolini, die schoon en heerschzuchtig was. Men heeft haar als eene brave vrouw doen voorkomen; maar hij veinsde de minnarijen zijner vrouwe niet te zien, als waaraan hij bevordering en eere verschuldigd was. Laetitia werd bemind door den vermaarden paoli; hem houdt men voor den vader van napoleon. Gedurende den loop harer struikelingen, die zoo lang duurden als hare schoonheid, schonk laetitia haren man acht kinderen, welke wij Koningen en Vorsten, Koninginnen en Prinsessen hebben gezien. De vader, quem nuptiae demonstrant, werd eindelijk tot Assessor bij de regtbank van Ajaccio benoemd. Napoleon wendde in het vervolg voor, dat een zijner voorouders, Florence gedurende den oorlog der Guelfen en Gibellijnen verlaten hebbende, naar Corsika was komen vlugten. De Heer de chateaubriant heeft het eerst geschreven, dat buonaparte de zoon van een deurwaarder was. Ik heb bij verscheidene Corsikanen naar deze daadzaak vernomen; een enkele heeft mij gezegd, dat hij, vijftig jaar geleden, twee exploten had ontvangen, geteekend buo- | |
[pagina 65]
| |
naparte, grootvader van den grooten Keizer. Generaal en Chef van het leger van Italië geworden, deed buonaparte zijnen stam tot zeshonderd jaar opklimmen; Konsul zijnde, gaf hij voor af te stammen van de comnenes, Keizers van Konstantinopel; Souverein, wilde hij zich de oudste Koningen van Scandinavië tot voorvaders geven. Men las op zekeren dag in het Journal de l'Empire, dat het Koningje van Zweden wel zeer verbaasd zou staan, te vernemen, dat de voorouders van napoleon vóór die van gustaaf III den troon hadden bekleed, van welken zijne onderdanen hem thans beroofden. Buonaparte vernam welhaast, dat men met deze geslachtrekening spotte; hij deed ze in hetzelfde Journal tegenspreken, daar men schreef, dat zijn adel dagteekende van 18 Brumaire: dit was de tijd van zijn Konsulschap. Ondertusschen deed hij den bedrieger, dien hij veinsde tegen te spreken, vijftigduizend franken en eenen post van eene zuivere opbrengst van vier-en-twintig duizend jaarlijks geven. Buonaparte werd den 5den Februarij 1768 te Ajaciio geboren. Corsika werd eerst in de maand Junij 1769 met Frankrijk vereenigd. Buonaparte, Konsul zijnde, verzon zijne geboorte op den 15den Augustus daaraan volgende te plaatsen. Door deze vervalsching was hij geboren Franschman. De Graaf van marboeuf deed hem in 1777 in de school van Brienne opnemen. Hij verklaarde, met twee Ridders van St. Louis, dat de jonge kweekeling was geboren van ouders, die op eenen edelen voet (adelijk) leefden. Het meerendeel der Corsikanen en anderren vertoonden geene andere regten, om als Officiers bij de regimenten te komen. Zie hier eene aanteekening, welke buonaparte in manuscript deed omloopen, als extract uit een register der militaire school van Brienne: ‘De Heer van buonaparte (napoleon), geboren den 15den Augustus 1769, van goed gedrag, | |
[pagina 66]
| |
uitnemende gezondheid, gezeggelijk karakter, zacht, bescheiden en erkentelijk, heeft zich altijd onderscheiden door zijnen ijver in de mathesis; hij verstaat zijne geschiedenis en aardrijkskunde tamelijk wel. Hij zal een uitstekend zeeman worden.’ Dit register werd vóór tien jaren, zegt men, op eene openbare verkooping van boeken, gekocht door den Heer d..... de st. m...., Secretaris (des Kommandements) der voormalige Koningin hortensia. De aanteekening liep door geheel Parijs, op het oogenblik dat buonaparte, met den naam van utistekend zeeman bestempeld, te Bologne eene ontzaggelijke slotille verzamelde, waarmede hij geheel Engeland wilde wegnemen! Alles doet zien, dat het register valsch is; maar het bestaat. Vader patraud, oud-Hoogleeraar van Brienne, zou deszelfs echtheid of valschheid kunnen verzekeren. Buonaparte gaf zich in 1781 aan tot den wedstrijd voor de Artillerij. Onder zes-en-dertig mededingers, verkreeg hij slechts de twaalfde plaats. De Heer de l'eguille schreef op het register der Elèves: ‘Corsikaan van afkomst en karakter; hij zal verre komen, indien de omstandigheden hem gunstig zijn.’ - Weinig dacht de goede Professor, Frankrijk eene zoo noodlottige voorspelling te doen! Buonaparte telde slechts twintig jaren, toen de Koning de vergadering der Notabelen bijeen riep; hij toonde zich reeds begeerig naar veranderingen in den Staat. Op zekeren dag durfde hij de eerste buitensporigheden der omwentelinge prijzen in het bijzijn van zes Officieren van zijnen rang. Deze Officiers waren op het punt van hem in de gracht van het Veld van Mars te werpen, toen men spoedig genoeg toeschoot om hem uit hunne handen te rukken. Welhaast scheen zijn gevoelen te veranderen. In 1790 vroeg hij, om te emigreren, vijftien louizen aan den Heer d...., Luitenant-Kolonel van het regiment la Fere. De weigering van dezen Officier deed buonaparte in | |
[pagina 67]
| |
Frankrijk blijven. Zijne bestemming zou, had hij de gevraagde som ontvangen, even verschillende zijn geweest, als de uitkomsten, die hij bestuurde. Buonaparte, arm en van eenen betwisten adel, ondersteunde toen, door zijne, in de Klubs uitgestalde, beginselen, den voortgang eener omwentelinge, die alle beschuttingen, der misdaad en der eerzucht tegengesteld, moest omverre werpen. De Officiers wilden hem, als eenen gevaarlijken volksleider, uit het regiment smijten; maar hij vond medestanders, die hem verdedigden. Spoedig hierna trok paoli buonaparte naar Ajaccio: beiden begunstigden er den geest van opstand; maar de oude Generaal zag welhaast, dat het niet meer te doen was om die vrijheid, voor welke hij in 1789, bij de verdediging van zijn vaderland, het leven had gewaagd. De volstrekte gelijkheid, welke de Jacobijnen wilden daarstellen, scheen hem onuitvoerbaar en verderfelijk. Hij had de ongelukken van lodewijk XVI, toen gevangene zijner eigene onderdanen, beweend; hij prees de Engelsche Constitutie; de Corsikaansche volksleiders beschuldigden hem, deze Constitutie op hun Eiland te willen doen standgrijpen, om het vervolgens Engeland in handen te stellen. Men herinnerde, in de zoogenaamd nationale Conventie, dat hij zich in 1769 had neêrgezet op eenen kleinen troon, welken de Magistraat van Ajaccio op het stadhuis had doen opslaan. Gedagvaard om voor de balie te verschijnen, had paoli de voorzigtigheid, niet te gehoorzamen. Hij werd buiten de wet gesteld, met den Heer pozzo di borgo, Procureur van het Departement, dien wij onlangs eersten Aide de Camp van den Keizer van Rusland, en zijnen Ambassadeur te Parijs hebben gezien. Buonaparte, vermengd onder de Jacobijnen, die hij vleide, bleef te Ajaccio. Hij had zich tot Luitenant-Kolonel van de Nationale Garde doen benoemen. Hij vertrok met het eskader, dat Cagliari moest aantasten. Door een kleinen hoop troepen gevolgd, maakte hij | |
[pagina 68]
| |
zich meester van het fort St. Etienne; en weinig scheelde het, of hij was door de bergbewoners van Sardinië genomen, die aan de boomen in hunne bosschen al de Franschen ophingen, welke in hunne handen vielen. Intusschen stond het gansche Eiland Corsika tegen de Conventie op. Buonaparte, op dit Eiland teruggekeerd, werd gebannen bij een decreet, door paoli zelv' uitgevaardigd. Men durfde het niet ten uitvoer brengen, zoo lang hij de volksgunst behield; maar hij verloor ze door eene verschrikkelijke misdaad. Op tweeden paaschdag, aan het hoofd der slagersgezellen van Ajaccio, had hij eene losbranding van het klein geweer bevolen op de grijsaards, kinderen en vrouwen, die uit eene kerk kwamen; tot voorwendsel aanvoerende, dat het dweepers, vijanden der vrijheid, waren. - Zijne moeder, zijne broeders en zusters, met hem gebannen, landden te Marseille. Zij leefden hier van den onderstand, welken de Conventie aan vlugtelingen gaf. De Generaal collin nam van zijne rantsoenen, om hunne behoeften te hulp te komen. Mevrouw laetitia wachtte den nacht af, om hare kleine carletta, sedert Prinses carolina geworden, uit te zenden om eene kaars te koopen, welke men dikwijls niet betaalde. De oudste, die Prinses van Lucca geweest is, was niet fraai; maar de jongste was schoon..... Men beschuldigde Mevrouw laetitia van schandelijke speculatiën ondernomen te hebben. Het gerucht daarvan verspreidde zich van Marseille tot Parijs, toen buonaparte eene hofhouding had. Wat er van zij, Mevrouw laetitia zich in 1797 in eene loge in den Schouwburg te Marseille vertoond hebbende met hare twee dochters, kwam haar een Commissaris van Politie aanzeggen van te vertrekken, haar herinnerende dat zij voormaals order gekregen had de stad te verlaten, uit hoofde van slecht gedrag. Buonaparte vervolgde destijds den loop zijner overwinningen in het Milanésche. Zijne moedet | |
[pagina 69]
| |
deed, door het Directoire, den Officier der Politie afzetten, die haar een zoo openlijk schandaal had aangedaan. In 1793 was buonaparte, als Kapitein, te Marseille gehuisvest bij eenen rijken koopman, die hem voor braaf en vlijtig hield, zijne armoede zag, en haar te gemoet kwam. Konsul geworden, hinderde hem het herdenken aan de weldoeners zijner jeugd. Hij bande of deed de lieden opsluiten, die de onvoorzigheid hadden, voor zijne spions, van zijne vorige berooidheid en die zijner familie te spreken. Een Jacobijn van Marseille, hem in de Tuilleriën wezende opzoeken, noemde hem, uit gewoonte, mijn lieve Ambtgenoot; buonaparte deed hem binnnen vier-en-twintig uren uit Parijs vertrekken. Hij wilde, in 1793, de aandacht der Provincialen, als Schrijver, trekken. Het was destijds, dat eene brochure, krachtig van beginselen, tot de nationale vergaderingen of eene ambassade deed benoemen: hij gaf Le Souper de Beaucaire uit. Hij prees er marat en robespierre, en wijdde den onderaardschen Goden de Federalisten, als vijanden der Republiek en van het menschelijk geslacht. Hij wilde, dat men den handel (le negotiantisme) vernietigde, denzelven verderfelijk voor de vrijheid houdende; dat Frankryk eenvoudig een landbouwende en oorlogvoerende Staat was. De handelaars en bankiers waren, volgens hem, lieden zonder vaderland. Sedert, ter gelegenheid eener weigeringe van geld aan hem door de bank van Frankrijk, heeft men hem hooren zeggen, hetgeen hij twintig jaar bevorens had doen drukken. Buonaparte verliet Marseille, zonder zijnen drukker te betalen. Alles scheen sedert tien jaar vergeten, toen men hem in zijn paleis eene rekening van 200 franks voor drukkosten aanbood, met een afdruk van het Souper de Beaucaire, om de schuld te bewijzen. Hij vernam met ongerustheid, of het de éénige overgebleven afdruk was, en bood thans 500 franks voor ieder exemplaar van eene uitgaaf, | |
[pagina 70]
| |
voor welke hij in 1793 geen 200 franks had kunnen betalen. Er was te Orange eene Volks-Commissie, die dagelijks vijftig personen ter dood veroordeelde. Buonaparte adsisteerde bij alle de executiën aan den voet van het schavot, stekende zijne roode muts, op de punt des degens, onder het geschreeuw van vrijheid en republiek, omhoog bij elken slag, dien de scherpregter toebragt. Hij stelde en gaf ten druk eene Zamenspraak, om deze moorden te vieren. Hij doet zich door zijne personen vragen, waarom de guillotine, in plaats van aan den voet des bergs te zijn, niet op den top geplaatst is, waar zij beter door vijf- of zes-duizend aanschouwers zou te zien zijn. Buonaparte antwoordt: ‘opdat alle de hoofden, in het vallen, hulde bewijzen aan den heiligen berg der Conventie, van welken de berg van Orange het zinnebeeld is.’ De afgevaardigden van Corsika lazen met afschuw dit geschrift, gedenkstuk der bloedgierige verdwaasdheid van eenen jongeling van 24 jaren. Verscheiden Generaals van de armee van Italië beschuldigden buonaparte in 1793, hen aangebragt te hebben, om hen den voet te ligten. Nog slechts Brigade-Generaal zijnde, laakte hij te Nice den verdedigenden oorlog, en wilde Piemont inrukken, waar hij het geld zou gevonden hebben, dat de Republiek hem niet zenden kon. Ten tijde van den val van robespierre, dien hij den grootsten der menschen noemde, wilde buonaparte, in woede ontvlamd, het leger op Parijs doen aanrukken, het Zuiden in opstand brengen, het monster martelaar der vrijheid verklaren, en hen buiten de wet stellen, die hem op het schavot hadden gebragt: hij overreedde niemand. Hij schold de Conventionele Proconsuls voor laaghartigen en hersenloozen, en zeide hun, dat de Republiek verloren was. Zoo buonaparte toen even zoo veel magt als geestdrijverij bezeten had, hij had zich onherstelbaar bedorven; | |
[pagina 71]
| |
hij zag niet, hoe zeer Frankrijk tegen den dwingeland en zijne medepligtigen was ingenomen. De Conventie had hare Committé's bevolen, de papieren, bij robespierre gevonden, te doen drukken. Degenen, die zijner woede hadden de hand geboden, raakten in ongelegenheid, werden gebannen, of aan de regtbanken overgeleverd. Robespierre had papieren en ontwerpen van buonaparte bewaard, die hem aanzetteden om coupen van staat te doen, den scherpregters de helft der Gedeputeerden in handen te stellen, de voorsteden van Marseille te verbranden, en alle de bewoners der weerspannige steden uit te roeijen. Men moest deze wreede plans en ontwerpen drukken in het beruchte rapport van den Heer courtoisGa naar voetnoot(*); maar freron verwierf, dat men ze vernietigde. De Representant beffroi, broeder desgenen, die zich Neef Jakob noemde, deed buonaparte te Nice vatten. Men onderzocht zijne papieren; maar hij had de antwoorden van robespierre verbrand. Uit de gevangenis gekomen, begaf zich buonaparte naar Parijs, waar de Representant aubry hem als Terrorist deed afzetten. Buonaparte, die de assignaten der armee met zich voerde, nam eerst zijnen intrek in het schoone hotel garni van den Heergregoire, in de straat Montmartre; maar, de daling der papierenmunt van maand tot maand erger wordende, verhief hij zich van verdieping op verdieping, tot de vijfde toe. Hij heeft de behoeftigheden des levens leeren kennen; zijn gewaad ontdekte den slechten toestand zijner geldmiddelen. Gedurende den gestrengen winter, waarin pichegru Holland vermeesterde, en zich met zijne kavallerij in het bezit der vloot van Texel stelde, zag ik buo- | |
[pagina 72]
| |
naparte alle dagen in het Letterkundig Kabinet van girardin, in een vertrek van het Palais Royal. De vrouw van den boekverkooper, die hem gemeenzaam behandelde, bood hem somtijds een kommetje bouljon, zeggende: wil je, Corsikaan? Zijn broeder lodewijk, die sedert Koning van Holland geweest is, was zoo arm, dat hij gedurende meer dan een jaar dit Letterkundig Kabinet bezocht, zonder de contributie te kunnen betalen, die slechts 6 franks in de maand beliep. Eenige jaren later vergold buomaparte den Heer girardin als een Souverein. Hij gaf hem zestigduizend franks, om de tafel van den Moniteur te drukken. Deze milddadigheid was eene dwaasheid. De gemakkelijkheid der verwijzingen op de gebeurtenissen en redevoeringen, die te voren door elkaar geworpen en als begraven waren in deze ontzaggelijke verzameling, maakte deze tafel tot eene soort van acte van beschuldiging tegen buonaparte, zijne vleijers en degenen, die op den doolweg geraakt of schuldig geworden waren in den naam der vrijheid. De Moniteur was als een ontzettend graf der misdaden en dwaasheden van de omwenteling; buonaparte opende hetzelve: doch welhaast, verschrikt van het werk, dat hij had bevolen, stuitte hij den druk, die in het tiende jaar der Republiek ophield. |
|