De luisterrijke overwinning der Bondgenooten in den Veldslag van Belle - Alliance, den 18 van Zomermaand 1815, godsdienstig gevierd op het Feest der Kerkhervorming, den 25 van Zomermaand 1815, in eene Leerrede over Openb. XI:15-18, door J. Nieuwenhuis, A.L.M., Phil. Doct., Leeraar bij de Evangelisch - Lutersche Gemeente te Utrecht, enz Te Utrecht, bij J. van Schoonhoven. 1815. In gr. 8vo. 36 Bl. f :-8-:
Het vreugdegejuich en de dankzegging in den Hemel, over den eindelijken triumf van het Christendom, is de welgekozen tekst voor deze dubbele Feestviering, welker onderling verband (als zijnde de tegenwoordige zoo gunstig besliste krijg inderdaad de worsteling tusschen het rijk des lichts en dat der duisternisse) kort maar krachtig in de voorafspraak wordt aangestipt. Ieder der beide onderwerpen dezer Feestviering wordt afzonderlijk alzoo behandeld, dat wij voor ons meer dan te vreden zijn; alleenlijk hadden wij hier eenige bekorting verlangd, ten einde er ruimte ware geweest, om ten slotte dit verband nogmaals treffend aan te binden, en alzoo alles te brengen tot het schoon geheel: triumf van den Godsdienst; waarvan de Prediker, die dit zoo zeer voelde, waarschijnlijk alleen werd teruggehouden door het tijdsbestek, waaraan hij in zijne Leerrede gebonden was. De grijze lublink de jonge zond den Leeraar de volgende dichtregels, welke wij, uit hoogachting voor den verdienstelijken man, van wien ons alles nog welkom is, hier afschrijven:
Roemt, Christnen! roemt met mij den grooten Opperheer!
Brengt in dit tempelkoor Hem lof en eeuwige eer!
Zijn almagt stortte alleen den trotschen dwingland neêr.
Wij mogten in dien val Gods vaderliefde aanschouwen;