Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815
(1815)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAnnales de Littérature médicale étrangére et nationale, par M.M. Kluyskens, Docteur en Chirurgie, Professeur à l'École de Médecine &c. et Kesteloot, Docteur en Médecine &c. T. 19. No. 1, 2. Juillet et Août 1815. La Haye, de l'Imprimerie Belgique.
| |
[pagina 670]
| |
len, in dat belangrijk vak, wat meerder bekend te maken, dan zij het nu gemeenlijk worden. Deze Jaarboeken zijn, doorgaans, verdeeld in drie afdeelingen, waarvan de eerste Verhandelingen, de tweede praktische Waarnemingen, de derde Mengelwerk bevat. De schoone prijsverhandeling van den Hoogl. brugmans maakt in deze beide stukken den inhoud der eerste afdeeling uit. Onze Lezers zullen met dat stuk reeds bekend zijn; weshalve wij het nu zullen overstappen. Onder de waarnemingen ontmoeten wij, in het eerste Stuk, vooreerst de ontleding van een been, waaraan de operatie eener slagaderbreuk van de slagader der knieholte geschied was, in 't werk gesteld met oogmerk, om den staat der anastomoserende slagaderen na te gaan. De kunstbewerking was zeven jaren geleden geschied; de dijeslagader tot aan haren oorsprong uit de diepliggende geheel in een band veranderd; de diepliggende slagader was de nieuwe weg van den bloedsomloop; de arteria obturatoria was niet grooter dan gewoonlijk. Alle deze slagaderen waren niet alleen buitengewoon uitgezet, maar ook in haren loop geslingerd, gelijk dit, over het algemeen, in zulke gevallen plaats heeft, en door den waarnemer (den beroemden a. cooper) aan het grooter geweld, dat deze slagaderen, vooral in 't begin, ter voortstuwing des bloeds moeten aanwenden, wordt toegeschreven. Het is ook opmerkelijk, dat voornamelijk die takken der genoemde slagader vergroot waren, welke den loop van de zitbeenszenuw volgen. - Op deze belangrijke ontleding volgen eenige waarnemingen over het gebruik der terpentijnolie in de vallende ziekte; door e. percival, te Dublin. In één geval was deszelfs nut beslissend; in een paar andere zag men er ten minste verligting der toevallen na. In alle die gevallen waren de geestvermogens min of meer belemmerd. Het is opmerkelijk, dat in geen van allen eenige hevige werking op de maag of op de piswegen volgde: wormen werden er ook niet geloosd, hoewel de Schrijver meer dan een drach- | |
[pagina 671]
| |
ma 's daags gaf, veelal in pepermunt - water. Op de maandelijksche zuivering werkte zij merkelijk. Zoude ook de geestverwarring, welke hier en daar zelfs tot manie oversloeg, de oorzaak zijn geweest van de minder hevige werking van een middel, hetwelk anders, ten minste in die hoeveelheid, meestal zeer zware toevallen te weeg brengt? - De derde waarneming levert eene nieuwe, vrij belangrijke bijdrage tot de natuurlijke historie der hermaphrodieten. In het tweede Stuk treffen wij eene allerbelangrijkste waarneming aan, over het groote nut, hetwelk de blootstelling der wonden, na groote operatien, (afzetten van het been, uitpelling der borst) aan de koude lucht kan hebben; zijnde er geen middel, 't welk het bloed gereeder en zekerder stelpt, eene gewenschte ontsteking meer bevordert, dan dit. Zij is van Prof. hosack, te New - York, en verdient de behartiging van elk Heelkundige. - Het verhaal der gelukkige genezing eener zware zamengestelde beenbreuk van het opperarmbeen bevestigt op nieuw, dat men nooit, na uitwendig aangebragte beleedigingen, te haastig moet zijn met de afzetting. - In dit stukje vindt men ook nog eenige belangrijke waarnemingen over gezwellen in het bekken, die de verlossing moeijelijk maken, welke wel eenige, doch echter zeer geringe, opheldering omtrent dit stuk geven. Zij zijn van h. park, Heelmeester te Liverpool. Onder het Mengelwerk hebben de Schrijvers onder andere opgenomen het voorschrift ter behandeling van personen, door een' dollen hond gebeten, ter voorkoming of genezing der watervrees, door de Geneeskundige Commissie in 's Hage ontworpen, en voor eenigen tijd ook in de nieuwspapieren gemeen gemaakt. Wij hebben met genoegen de aanmerkingen gelezen, welke de Hoogl. kluyskens bij deze gelegenheid maakt, over de goede uitwerking van sterke latingen in dergelijke gevallen; waaromtrent de Commissie zich ten onregte min gunstig geuit had, daar het gezag van boerhaave, de herhaalde ondervinding, zoo in Europa | |
[pagina 672]
| |
als in IndiënGa naar voetnoot(*), en tevens de natuurkundige gegrondheid dezer handelwijze, eene voordeeliger uitspraak wettigden. Onze Lezers zullen uit dit verslag, zoo wij meenen, genoegzaam overtuigd zijn van de waarde van dit tijdschrift, welks geregelde voortzetting wij van den ijver der uitgeveren en de begunstiging des publieks verwachten. |
|