Levens-regelen, uit het Engelsch vertaald naar het Indiaansch Handschrift van eenen ouden Bramin. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gz. 1814. In kl. 8vo. 120 Bl. f :-14-:
Inwendige bewijzen van onechtheid vonden wij in dit bockje wel niet; evenwel kost het ons moeite, te gelooven, dat het eenen Indiaanschen oorsprong heeft; maar - wie er ook de Schrijver van moge zijn - het heeft, over het geheel, den Oosterschen toon en houding, en bevat zoodanige uitmuntende lessen en wenken, dat wij de lezing en beoefening hartelijk wenschen. Hetzelve bestaat geheel uit zedespreuken of lessen. Het min duidelijke der vertaling zien wij te gereeder over het hoofd, daar deze vertaling van eene vertaling, volgens het voorberigt, eene eersteling is. Het handschrift van deze lessen der wijsheid zou in China voorhanden, en van hooge oudheid zijn; en de redenen, waarom men nu nog verzwijgt, hoe het in Europa kwam, zullen weldra ophouden; dan ontvangen wij welligt ook uitwendige bewijzen van echtheid. Zoodanige lessen, intusschen, zijn goed, zij mogen dan al of niet door eenen ouden Bramin gesproken zijn.