Cajus Marcius Coriolanus. Treurspel. Naar De la Harpe, door Mr. J. van 's Gravenweert. Te Amsterdam, bij A. Mars. In kl. 8vo. f :-8-:
Wij houden dit stuk van de la harpe voor geen meesterstuk, en het is, naar ons oordeel, niet te vergelijken met de voortbrengselen van corneille en racine, zelfs niet met die van voltaire. Dan, ondanks de menigvuldige gebreken, welke het bezit en de Vertaler ook heeft opgemerkt, is het eene overbrenging in onze taal niet onwaardig. Zoo lang toch onze Nationale Schouwburg geenen genoegzamen voorraad van eigene producten bezit, en men zich moet behelpen met den wansmaak der Duitschers, zien wij dergelijke stukken, die althans de echte modellen naderen, en zoo al niet in den geest, ten minste in de manier van racine zijn geschreven, met genoegen vertoonen. De vertaling, schoon op eenige plaatsen ver beneden het oorspronkelijke, is, over het geheel genomen, gelukkig uitgevallen. Die weten, hoe moeijelijk het is, soortgelijke poëzij in vloeijende en krachtige Nederduitsche verzen over te brengen, zullen zich te vreden houden met den arbeid des Heeren van 's gravenweert, die voor dit vak bijzonder berekend schijnt, en dien wij, met volle ruimte, durven aanmoedigen, om een' stap verder te gaan, en ons Nationaal Tooneel met een oorspronkelijk Treurspel te verrijken. Wij mogen ons van zijnen aanleg, smaak, dichterlijken geest, en zijne geoefendheid in het werktuigelijke der kunst, iets goeds beloven.