De nieuwe Fakkel, of de Geheimen van het Hof der Thuil- (Tuil-)lerien. No. I-IV. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Amsterdam, bij E. Maaskamp. 1814. In gr. 8vo. Te zamen 320 Bl. f 2-4-:
Dit werkje bleef tot hiertoe bij ons liggen. Het is eene vertaling uit het Hoogduitsch. Het behelst karakters, levensschetsen, anekdoten enz. uit het voormalig Fransch-Keizerlijke Hof. Veel daarvan schijnt ontleend uit de vroeger aangekondigde Geheime Geschiedenis. Het is alles regt zwart geteekend; of ook naar het leven, en overeenkomstig de waarheid? dit moeten wij aan elks geloof of ongeloof, aan zijn eigen oordeel overlaten. De bronnen en bewijzen worden juist niet opgegeven, althans zoo, dat men dezelve behoorlijk proeven kan. Veel, zeer veel moge, helaas! wel waar zijn. En, al ware het dus ook, dat men het hier niet voor de eerste keer leest, het mag dan wel tweemaal gezegd en ter dege ingestampt worden, welk een kanalje nog onlangs de halve wereld regeerde, welk een nest daar in Parijs uitgeroeid of nog uit te roeijen is - en wat al besluiten en aandoeningen hieruit verder volgen mogen. Wij kunnen echter niet ontkennen, dat de kost, hier opgedischt, ons al wat oud begint te worden; dat wij sedert de eerste omwenteling al vrij wat beter, meer te vertrouwen berigten, van tijd tot tijd hebben in handen gehad; en dat wij dus ook met genoegen zullen zien, zoo de Uitgever, in plaats van dit werk voort te zetten, eenmaal wat rijper vruchten het Publiek aanbiedt. En hiermede genoeg van deze Fakkel, deze akelige pektoorts, bij welke men toch ook gevaar loopt, de menschen bijna even diep te leeren haten en verachten, als hij doet, die onsmet zijne aanhangelingen dit schouwspel levert.