allen opzigte geoefenden geest, hij zekerlijk niet mag staan. En, Engeland gaarne den lof latende, dien het verdient, zoo wel als aan Duitschland, zoo hebben toch geene (betere) reisbeschrijvingen, noch eigen ondervinding, de weltevredenheid bij ons kunnen onderdrukken, dat wij juist Hollanders geboren zijn. Het is waar, vele reizigers van onzen landaard vinden zich nergens regt te huis. Maar, zou dit ook vandaar komen, dat er waarlijk, in duizend opzigten, maar één Holland is? Dan, genoeg! Wie de liefde tot het herboren, tot het herwonnen vaderland, op welke wijze ook, tegenwerkt, en op nieuw ingenomenheid met het uitheemsche boven het eigene in het algemeen zoekt op te wekken, die is onze vriend niet.
Voor het overige geeft dit reisje, zoo ver het strekt, en eenige te gunstige afschaduwing van de vriendelijkheid en gastvrijheid der natie misschien uitgezonderd, geen kwalijk gelijkend beeld van Engeland en deszelfs bewoners. De anecdotes, hiertoe betrekkelijk, teekenen de bizarrerie en de, aan woestheid grenzende, vrijheid en vrijheidszucht van john bull, en deszelfs leiders en aanzienlijken, waarlijk vrij treffend. Daarentegen zijn er ook, die de Engelsche luim in een bevallig licht stellen. Hiervan een voorbeeld:
‘Eene menigte geleerden waren te samen, waar onder ook de Hertog van buckingham, Lord dorsrt en verscheiden dichters en litterati van dien tijd: men besloot nu dat ieder van het gezelschap binnen een kwartier uur eenige gepaste dichtregels, of andere sierlijke en meest voortreffelijke of zielroerende regels zoude te voorschijn brengen, en dat de heer dryden [een voortreffelijk, maar arm Dichter] als rechter zoude zitten, en vonnis uitspreken, wie den lauwer deswegen zoude wegdragen. Dryden verschoonde zich om deze taak te aanvaarden, doch dezelve wierd hem zoo sterk opgedrongen, dat hij er niet afkon, om kort te gaan; dryden aanvaarde zijne post en op 't horologie af begon elk met veel ingespannenheid te denken, en te schrijven, doch Lord dorset zat gestadig met dryden te redekavelen en slechts vijf minuten, voor den bestemden tijd verstreken was, nam Lord dorset een stuk papier, en schreef als ter loops eenige weinige regels. De heer dryden vergaderde nu alle de ingekomene stukjes, en las bij zich zelve de eene voor en de andere na, en was bij het lezen van ieder derzelve van verrukking opgetogen, maar eindelijk bijzonder bij 't lezen