Plantarum Belgii Confoederati indigenarum specilegium alterum, quo Gorteri Flora VII Provinciarum amplificatur et illustratur, auctore J.L.G. de Geer, J.U.D. &c. Trajecti apud J. Altheer, oct. maj. pp. 59. f :-11-:
Dat is: Nalezing van in de Vereenigde Nederlanden inheemsche Planten, ter vermeerdering en opheldering der Flora van de VII Provincien van De Gorter.
Deze nalezing bevat de opgave en soortsbepaling van een honderdtal planten, welke in ons Vaderland voorkomen, en noch in de gorter's Flora, noch in van geuns Nalezing gevonden worden. De Schrijver is zijne beide beroemde voorgangers, in de manier van bewerking, op den voet gevolgd; hebbende hij echter bij de soortsbepaling gebruik gemaakt van het werk van willdenow, species plantarum, en van smith, Flora Brittannica.
Deze lijst, welke in ettelijke aanmerking blijken draagt van de kunde en ijver des Schrijvers, wordt voorafgegaan van een' fraai geschreven brief aan den Heer a. de beijer, waarin niet slechts van de aanleiding tot dit werkje gesproken, maar de vereischten eener volledige Flora van ons Vaderland worden geschetst. Uit dezelven leert men den Heer de geer even zeer als een bekwaam natuur- en kruidkundige, als, uit vroegeren arbeid, als een uitmuntend wijsgeer en