bewaard te blijven. Het is even onderhoudend als bevattelijk geschreven. Velen zouden misschien, hier en daar, wel eene meerdere uitvoerigheid en nadere verklaring van enkele physiologische bewoordingen en stellingen kunnen wenschen; doch bij eene nadere lezing zal, met een weinig inspanning, alles in een genoegzaam duidelijk licht te voorschijn komen. - Het Magnetismus wordt, in deze brieven, enkel als Natuurverschijnsel beschouwd, en niet als geneesmiddel. Er wordt daarom ook geen woord over de magnetische behandeling gesproken. Zelfs waarschuwt uilkens ernstig voor het ligtzinnig beproeven en aanwenden eener natuurkracht, welke niet alleen het ligchaam, maar zelfs den geest hevig aangrijpt.
Na eene korte opgave van het eigenlijk-onderwerp dezer brieven, in den eersten, leert de Schrijver, in den tweeden brief, de ontdekking, den naamsoorsprong en de bepaling van het dierlijk Magnetismus. Van den derden tot den vijfden toont hij de mogelijkheid en waarschijnlijkheid der vreemde verschijnselen, die het oplevert, aan, door zijnen lezer eerst te doen opmerken, dat er zelfs in de gemeenste natuurverschijnselen, bij eene nadere beschouwing, iets vreemds en onbegrijpelijks gelegen is, en door vervolgens deszelfs aandacht te bepalen op de verwonderlijke werking der zintuigen, de middelstoffen, waardoor zij werken, het verband, dat zij met de ziel hebben, de uitnemende scherpte, waarvoor zij vatbaar zijn, eindelijk de voorbeelden van onbekende zintuigen bij dieren, en zelfs bij den mensch. In den zesden brief legt hij den grondslag tot de verklaring der magnetische verschijnselen, door eene korte beschouwing van het zenuwgestel, van de vloeistof, welke door hetzelve geleid wordt, van de beide hoofdstelsels, waarin het zich splitst, enz. (Het is hier, dat wij meerdere uitvoerigheid wenschten.) De zevende bevat eene korte zamentrekking der in den vorigen voorgedragene stellingen en der daaruit af te leidene gevolgen, betrekkelijk het Magnetismus. In